Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. measurement:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor measurement (Engels) in het Nederlands

measurement:

measurement [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the measurement (demension; proportion)
    de afmeting; de maat
    • afmeting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • maat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the measurement (measuring; mapping out)
    de meting; opmeting
    • meting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opmeting [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor measurement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afmeting demension; measurement; proportion circumference; dimension; extent; measure; size
maat demension; measurement; proportion buddy; business associate; chum; circumference; companion; comrade; dimension; extent; fellow; friend; mate; measure; pal; pall; partner; size
meting mapping out; measurement; measuring
opmeting mapping out; measurement; measuring
- measure; measuring; mensuration

Verwante woorden van "measurement":


Synoniemen voor "measurement":


Verwante definities voor "measurement":

  1. the act or process of assigning numbers to phenomena according to a rule1
    • the measurements were carefully done1

Wiktionary: measurement


Cross Translation:
FromToVia
measurement grootte; maat; mate mesure — Dimension (sens général)
measurement coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Verwante vertalingen van measurement