Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: lump

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: lump

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lump:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor lump (Engels) in het Nederlands

lump:

lump [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lump (swelling; curving; bruise; rounding; swollen spot)
    bolling; de steenpuist; de bobbel; de bult; opgezwollen plek; de dikte; de zwelling; de buil
    • bolling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • steenpuist [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opgezwollen plek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dikte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the lump (swelling; swollen spot)
    bolling; de bobbel; de pukkel; de opzetting; de bult; de buil; opgezwollen plek; de zwelling
    • bolling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pukkel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opgezwollen plek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. the lump (clot)
    de klont; de klonter
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the lump (swelling; hump)
    de bobbel; de knobbel; de bult; de buil
    • bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the lump (little lump; little bit; piece)
    het brokje; kleine brok
  6. the lump (bruise; swelling; bump)
    de kwetsuur; het letsel
    • kwetsuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lump:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobbel bruise; curving; hump; lump; rounding; swelling; swollen spot bulging; bump; knob; obstacle
bolling bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot curving; rounding
brokje little bit; little lump; lump; piece fragment; little bit; particle; piece; section
buil bruise; curving; hump; lump; rounding; swelling; swollen spot bruise; contusion
bult bruise; curving; hump; lump; rounding; swelling; swollen spot bruise; contusion; height; hill; hump; rise; swell
dikte bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot corpulency
kleine brok little bit; little lump; lump; piece
klont clot; lump chunk
klonter clot; lump
knobbel hump; lump; swelling ability; aptitude; capacity; gift; growth; ingenuity; knob; natural ability; talent; tumor; tumour
kwetsuur bruise; bump; lump; swelling hurt; injury; wound
letsel bruise; bump; lump; swelling bruise; contusion; injury
opgezwollen plek bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot swelling; swollen spot
opzetting lump; swelling; swollen spot swelling; swollen spot
pukkel lump; swelling; swollen spot blotch; pimple; spot; zit
steenpuist bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot blotch; boil; furuncle; pimple; zit
zwelling bruise; curving; lump; rounding; swelling; swollen spot swelling; swollen spot
- ball; chunk; clod; clump; gawk; glob; goon; hunk; lout; lubber; lummox; oaf; puffiness; stumblebum; swelling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chunk; collocate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chunk

Verwante woorden van "lump":


Synoniemen voor "lump":


Verwante definities voor "lump":

  1. a compact mass1
  2. a large piece of something without definite shape1
    • a lump of coal1
  3. an awkward stupid person1
  4. an abnormal protuberance or localized enlargement1
  5. group or chunk together in a certain order or place side by side1
  6. put together indiscriminately1
    • lump together all the applicants1

Wiktionary: lump

lump
noun
  1. -
  2. group, set, or unit
  3. something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group
lump
noun
  1. een hoeveelheid verdikt materiaal met een omvang die niet goed te definiëren is.
  2. een brokkelige onsamenhangende massa
  3. grote hoeveelheid
Cross Translation:
FromToVia
• lump → knoedel ↔ Kloß — aus einer Teigmasse (meist aus Kartoffeln) bestehende, kugelige Speise
• lump → massa; blok ↔ bloc — masse, gros morceau d’une matière pesante et dure, telle que la pierre, le marbre, le fer non encore travailler.
• lump → bult; opzwelling; bochel; knobbel; knoest; knol ↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• lump → puistje; puist; pukkel; mee-eter ↔ bouton — Petite tumeur se formant sur la peau
• lump → knobbel; knoest; knol ↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• lump → klonter ↔ grumeau — Petite portion durcir ou cailler de sang, de lait ou de tout autre matière liquide.
• lump → massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
• lump → bonk; brok; eindje; stukje; homp ↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
• lump → akte; document; bedrijf; kamer; lokaal; vertrek; bonk; brok; eindje; stukje; homp ↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.
• lump → knobbel; knoest; knol ↔ protubérance — didactique|fr éminence, saillie.

Verwante vertalingen van lump







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0621 seconde
Page rendered in 1.0 seconds