Integrity: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

integrity:
- integriteit; onkreukbaarheid; oprechtheid; eerlijkheid; rechtschapenheid; gegevensintegriteit
Wiktionary:
- integrity → integriteit

Engels

Uitgebreide vertaling voor integrity (Engels) in het Nederlands

the integrity (uprightness)
de integriteit
- integriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the integrity (uprightness)
de onkreukbaarheid
- onkreukbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the integrity (candour; honesty; uprightness; open-heartedness; probity; candor)
de oprechtheid; de eerlijkheid; de rechtschapenheid
- oprechtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eerlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rechtschapenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the integrity (data integrity)

– The accuracy of data and its conformity to its expected value, especially after being transmitted or processed. ¹
de integriteit; gegevensintegriteit
- integriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gegevensintegriteit

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eerlijkheid	candor; candour; honesty; integrity; open-heartedness; probity; uprightness
integriteit	data integrity; integrity; uprightness
onkreukbaarheid	integrity; uprightness
oprechtheid	candor; candour; honesty; integrity; open-heartedness; probity; uprightness	candor; candour; detachment; frankness; open-heartedness
rechtschapenheid	candor; candour; honesty; integrity; open-heartedness; probity; uprightness
-	unity; wholeness
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gegevensintegriteit	data integrity; integrity

moral soundness²
- he expects to find in us the common honesty and integrity of men of business²
- they admired his scrupulous professional integrity²
an undivided or unbroken completeness or totality with nothing wanting²
- the integrity of the nervous system is required for normal development²
The accuracy of data and its conformity to its expected value, especially after being transmitted or processed.¹

integrity

noun