Engels

Uitgebreide vertaling voor inside (Engels) in het Nederlands

inside:

inside bijvoeglijk naamwoord

  1. inside (indoors)
    – within a building 1
    binnen; binnenskamers; binnenshuis
  2. inside (inner; internal; interior; inward)
    innerlijk; binnenste
  3. inside (inward)
    naar binnen

inside [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inside (inner side; interior; inner)
    – the inner or enclosed surface of something 1
    de binnenkant; de binnenzijde

inside bijwoord

  1. inside (on the inside)
    – on the inside 1
    binnenin; aan de binnenkant
  2. inside (within)
    – on the inside 1
    binnen
    • binnen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor inside:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenkant inner; inner side; inside; interior
binnenste core; heart; inner; kernel; middle; nucleus; pith; pivot
binnenzijde inner; inner side; inside; interior
innerlijk psyche; soul; spirit
- interior
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnen indoor
innerlijk inner; inside; interior; internal; inward spiritual
- inner; privileged
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenin inside; on the inside
binnenshuis indoors; inside
binnenskamers indoors; inside
- at bottom; at heart; deep down; in spite of appearance; indoors; inwardly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- in; within
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan de binnenkant inside; on the inside
binnen indoors; inside; within at which time; during; in here; in the course of; in this
binnenste inner; inside; interior; internal; inward
naar binnen inside; inward

Verwante woorden van "inside":

  • insides

Synoniemen voor "inside":


Antoniemen van "inside":


Verwante definities voor "inside":

  1. away from the outer edge1
    • the inside lane1
  2. being or applying to the inside of a building1
    • an inside wall1
  3. relating to or being on the side closer to the center or within a defined space1
    • he reached into his inside jacket pocket1
    • inside out1
    • an inside pitch is between home plate and the batter1
  4. confined to an exclusive group1
    • inside information1
  5. in reality1
  6. within a building1
    • in winter we play inside1
  7. on the inside1
    • inside, the car is a mess1
  8. with respect to private feelings1
  9. the inner or enclosed surface of something1
  10. the region that is inside of something1

Wiktionary: inside

inside
adjective
  1. within
noun
  1. interior or inner part
inside
preposition
  1. in een bepaald bestek of ruimte
adjective
  1. in het lichaam bevindend

Cross Translation:
FromToVia
inside binnen; daarbinnen dedans — À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler
inside aan; aangaande; betreffende; bij; met; over; van; in; jegens; om; op; te; tot; voor; binnen; per; naar; tegen enTraductions à trier suivant le sens
inside binnenste; binnenlands; intern; inwendig interne — didactique|fr médecine|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
inside midden milieu — Endroit qui, dans un lieu ou un objet, est également distant de la périphérie ou des extrémités (Sens général)

Verwante vertalingen van inside