Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- escort:
-
Wiktionary:
- escort → begeleider, begeleiding
- escort → gevolg
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
escort:
-
Wiktionary:
escort → gigolo
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor escort (Engels) in het Nederlands
escort:
-
the escort (accompaniment; guard)
-
the escort (guidance; attendance)
-
the escort (consort)
het konvooischip
-
to escort (accompany; conduct; come along with; chaperon; walk along)
begeleiden; chaperonneren; vergezellen; volgen; meegaan; geleiden; escorteren; meelopen-
chaperonneren werkwoord (chaperonneer, chaperonneert, chaperonneerde, chaperonneerden, gechaperonneerd)
Conjugations for escort:
present
- escort
- escort
- escorts
- escort
- escort
- escort
simple past
- escorted
- escorted
- escorted
- escorted
- escorted
- escorted
present perfect
- have escorted
- have escorted
- has escorted
- have escorted
- have escorted
- have escorted
past continuous
- was escorting
- were escorting
- was escorting
- were escorting
- were escorting
- were escorting
future
- shall escort
- will escort
- will escort
- shall escort
- will escort
- will escort
continuous present
- am escorting
- are escorting
- is escorting
- are escorting
- are escorting
- are escorting
subjunctive
- be escorted
- be escorted
- be escorted
- be escorted
- be escorted
- be escorted
diverse
- escort!
- let's escort!
- escorted
- escorting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor escort:
Verwante woorden van "escort":
Synoniemen voor "escort":
Verwante definities voor "escort":
Wiktionary: escort
escort
Cross Translation:
noun
-
iemand die een ander begeleidt (vergezelt) (ook muziek|nld)
-
personen die iemand vergezellen of bewaken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• escort | → gevolg | ↔ escorte — militaire|fr troupe généralement armée qui accompagner une personne, un convoi, des bagages pour les protéger ou les surveiller pendant la marche. |