Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dualism:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor dualism (Engels) in het Nederlands

dualism:

dualism [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dualism
    tweeheidsleer; het dualisme
  2. the dualism (ambiguity; dichotomy; ambivalence; duality; twoness)
    de dichotomie; de tweeslachtigheid; het dualisme; de tweeheid

Vertaal Matrix voor dualism:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichotomie ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
dualisme ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
tweeheid ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
tweeheidsleer dualism
tweeslachtigheid ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- duality

Synoniemen voor "dualism":


Verwante definities voor "dualism":

  1. the doctrine that reality consists of two basic opposing elements, often taken to be mind and matter (or mind and body), or good and evil1

Wiktionary: dualism

dualism
noun
  1. the view that the world consists of two fundamental principles