Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- distinguished:
- distinguish:
-
Wiktionary:
- distinguished → befaamd, beroemd, gerenommeerd, gevierd, glorierijk, glorieus, roemrijk, roemruchtig, roemvol, vermaard, wijdvermaard, alom bekend, welbekend, aanzienlijk, eminent, uitstekend, voortreffelijk, vooraanstaand, op de voorgrond tredend, prominent, vooruitstekend, excellent, kostelijk, tiptop, tof, uitmuntend
- distinguish → onderscheiden
- distinguish → differentiëren, onderscheiden, discrimineren, onderkennen, afschilderen, schilderen, uitbeelden, uitschilderen, een sein geven, seinen, opmerken, opmerkzaam maken, signaleren, attenderen, attent maken, een wenk geven
Engels
Uitgebreide vertaling voor distinguished (Engels) in het Nederlands
distinguished:
-
distinguished (grand; pompous; majestic; majestically; eminent; prominent; aristocratic; solemnly; lofty; high-bred)
indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; deftig; plechtig; trots; parmant; nobel; statig; vorstelijk; parmantig; plechtstatig; fier-
indrukwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
majestueus bijvoeglijk naamwoord
-
deftig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtig bijvoeglijk naamwoord
-
trots bijvoeglijk naamwoord
-
parmant bijvoeglijk naamwoord
-
nobel bijvoeglijk naamwoord
-
statig bijvoeglijk naamwoord
-
vorstelijk bijvoeglijk naamwoord
-
parmantig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtstatig bijvoeglijk naamwoord
-
fier bijvoeglijk naamwoord
-
-
distinguished (illustrious; stately; renowned; noteworthy; weighty; high ranking)
gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig-
gedistingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
beroemd bijvoeglijk naamwoord
-
voornaam bijvoeglijk naamwoord
-
illuster bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeplaatst bijvoeglijk naamwoord
-
adelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verheven bijvoeglijk naamwoord
-
gewichtig bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
doorluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
distinguished (stately; prominent; aristocratic; dignified; eminent; grand)
gedistingeerd; voornaam; vooraanstaand; deftig-
gedistingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
voornaam bijvoeglijk naamwoord
-
vooraanstaand bijvoeglijk naamwoord
-
deftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
distinguished (elegant; graceful; stylish; sophisticated; refined)
Vertaal Matrix voor distinguished:
Verwante woorden van "distinguished":
Synoniemen voor "distinguished":
Verwante definities voor "distinguished":
Wiktionary: distinguished
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• distinguished | → befaamd; beroemd; gerenommeerd; gevierd; glorierijk; glorieus; roemrijk; roemruchtig; roemvol; vermaard; wijdvermaard; alom bekend; welbekend | ↔ fameux — Dont la réputation est très grande. |
• distinguished | → aanzienlijk; eminent; uitstekend; voortreffelijk; vooraanstaand; op de voorgrond tredend; prominent; vooruitstekend; excellent; kostelijk; tiptop; tof; uitmuntend | ↔ éminent — soutenu|fr Qui s’élever au-dessus du niveau général, parler d’un terrain. |
distinguish:
-
to distinguish (keep apart)
-
to distinguish (differentiate; nuance; discern; discriminate)
Conjugations for distinguish:
present
- distinguish
- distinguish
- distinguishes
- distinguish
- distinguish
- distinguish
simple past
- distinguished
- distinguished
- distinguished
- distinguished
- distinguished
- distinguished
present perfect
- have distinguished
- have distinguished
- has distinguished
- have distinguished
- have distinguished
- have distinguished
past continuous
- was distinguishing
- were distinguishing
- was distinguishing
- were distinguishing
- were distinguishing
- were distinguishing
future
- shall distinguish
- will distinguish
- will distinguish
- shall distinguish
- will distinguish
- will distinguish
continuous present
- am distinguishing
- are distinguishing
- is distinguishing
- are distinguishing
- are distinguishing
- are distinguishing
subjunctive
- be distinguished
- be distinguished
- be distinguished
- be distinguished
- be distinguished
- be distinguished
diverse
- distinguish!
- let's distinguish!
- distinguished
- distinguishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor distinguish:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schakeren | grading; nuancing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nuanceren | differentiate; discern; discriminate; distinguish; nuance | differentiate; modify; nuance |
onderscheid aanbrengen in | differentiate; discern; discriminate; distinguish; nuance | |
onderscheid maken | distinguish; keep apart | |
onderscheiden | distinguish; keep apart | become aware of; behold; decorate; discern; distinguish from each other; find; hold apart; keep apart; knight; notice; outshine; perceive; see; see in; sense |
schakeren | differentiate; discern; discriminate; distinguish; nuance | |
- | describe; differentiate; discern; discover; identify; key; key out; make out; mark; name; pick out; recognise; recognize; secern; secernate; separate; severalise; severalize; signalise; signalize; spot; tell; tell apart | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderscheiden | diverse; various |
Verwante woorden van "distinguish":
Synoniemen voor "distinguish":
Verwante definities voor "distinguish":
Wiktionary: distinguish
distinguish
Cross Translation:
verb
distinguish
-
to see someone or something as different from others
- distinguish → onderscheiden
verb
-
een verschil in aanmerking nemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• distinguish | → differentiëren; onderscheiden; discrimineren | ↔ differenzieren — unterscheiden |
• distinguish | → onderscheiden; onderkennen | ↔ unterscheiden — (transitiv) oder mit zwischen: trennen, differenzieren, auseinanderhalten, einen Unterschied machen |
• distinguish | → afschilderen; schilderen; uitbeelden; uitschilderen | ↔ zeichnen — (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen |
• distinguish | → een sein geven; seinen; opmerken; opmerkzaam maken; signaleren; attenderen; attent maken; een wenk geven | ↔ signaler — appeler ou attirer l’attention de quelqu’un sur une personne ou sur une chose. |