Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. contrast:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. contrast:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor contrast (Engels) in het Nederlands

contrast:

contrast [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the contrast (contradistinction; opposite; discrepancy)
    de tegenstelling; het contrast
  2. the contrast
    – The degree of difference between light and dark extremes of color on a monitor, device screen, or printed output, or between the darkest and lightest areas in a photo. The greater the difference, the higher the contrast. 1
    het contrast
    • contrast [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor contrast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contrast contradistinction; contrast; discrepancy; opposite
tegenstelling contradistinction; contrast; discrepancy; opposite antipole; opposite
- demarcation; direct contrast; dividing line; line
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- counterpoint
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegenstelling either ..... or
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- contrasting relationship

Verwante woorden van "contrast":

  • contrastive, contrasts

Synoniemen voor "contrast":


Verwante definities voor "contrast":

  1. the act of distinguishing by comparing differences2
  2. the range of optical density and tone on a photographic negative or print (or the extent to which adjacent areas on a television screen differ in brightness)2
  3. the perceptual effect of the juxtaposition of very different colors2
  4. a conceptual separation or distinction2
  5. the opposition or dissimilarity of things that are compared2
    • in contrast to2
    • by contrast2
  6. put in opposition to show or emphasize differences2
    • The middle school teacher contrasted her best student's work with that of her weakest student2
  7. to show differences when compared; be different2
    • the students contrast considerably in their artistic abilities2
  8. The control knob by which the contrast of a monitor is changed.1
  9. The degree of difference between light and dark extremes of color on a monitor, device screen, or printed output, or between the darkest and lightest areas in a photo. The greater the difference, the higher the contrast.1

Wiktionary: contrast

contrast
noun
  1. het tegenovergestelde
  2. opvallende tegenstelling
  3. contrast
verb
  1. een tegenstelling vormen

Verwante vertalingen van contrast



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor contrast (Nederlands) in het Engels

contrast:

contrast [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het contrast (tegenstelling)
    the contradistinction; the contrast; the opposite; the discrepancy
  2. het contrast
    the contrast
    – The degree of difference between light and dark extremes of color on a monitor, device screen, or printed output, or between the darkest and lightest areas in a photo. The greater the difference, the higher the contrast. 1
    • contrast [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor contrast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contradistinction contrast; tegenstelling
contrast contrast; tegenstelling
discrepancy contrast; tegenstelling discrepantie
opposite contrast; tegenstelling antipool; antoniem; strijdende opvatting; tegendeel; tegenovergestelde; tegenpool; tegenstelling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opposite aan de andere kant; aan de overkant; aan de overzijde; het onderste naar boven gekeerd; hiertegen; hiertegenover; omgekeerd; ondersteboven; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenover; tegenoverliggend; tegenstrijdig

Verwante woorden van "contrast":

  • contrasten

Wiktionary: contrast

contrast
noun
  1. opvallende tegenstelling