Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: compiler

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: compiler

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. compiler:
  2. compile:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. compiler:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor compiler (Engels) in het Nederlands

compiler:

compiler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the compiler (drafter; composer; arranger; anthologist; framer)
    de samensteller
  2. the compiler (collector; hoarder; anthologist)
    de verzamelaar
  3. the compiler (compile program)
    – A program that translates all the source code of a program written in a high-level language into object code prior to execution of the program. 1
    compileerprogramma; de compiler

Vertaal Matrix voor compiler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compiler compile program; compiler
samensteller anthologist; arranger; compiler; composer; drafter; framer
verzamelaar anthologist; collector; compiler; hoarder
- compiling program
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
compileerprogramma compile program; compiler

Verwante woorden van "compiler":

  • compilers

Synoniemen voor "compiler":


Verwante definities voor "compiler":

  1. (computer science) a program that decodes instructions written in a higher order language and produces an assembly language program2
  2. a person who compiles information (as for reference purposes)2
  3. A program that translates all the source code of a program written in a high-level language into object code prior to execution of the program.1
  4. Any program that transforms one set of symbols into another by following a set of syntactic and semantic rules.1

Wiktionary: compiler

compiler
noun
  1. (informatica) computerprogramma dat een in een brontaal geschreven programma (broncode) vertaalt in een semantisch equivalent programma in een doeltaal (objectcode) (en meestal tegelijk met andere programma´s 'linkt')

compile:

to compile werkwoord (compiles, compiled, compiling)

  1. to compile (add components together; compose)
    samenstellen; bij elkaar voegen
  2. to compile
    compileren
    • compileren werkwoord (compileer, compileert, compileerde, compileerden, gecompileerd)
  3. to compile (build)
    – To translate all the source code of a program from a high-level language into object code prior to execution of the program. 1
    compileren
    • compileren werkwoord (compileer, compileert, compileerde, compileerden, gecompileerd)

Conjugations for compile:

present
  1. compile
  2. compile
  3. compiles
  4. compile
  5. compile
  6. compile
simple past
  1. compiled
  2. compiled
  3. compiled
  4. compiled
  5. compiled
  6. compiled
present perfect
  1. have compiled
  2. have compiled
  3. has compiled
  4. have compiled
  5. have compiled
  6. have compiled
past continuous
  1. was compiling
  2. were compiling
  3. was compiling
  4. were compiling
  5. were compiling
  6. were compiling
future
  1. shall compile
  2. will compile
  3. will compile
  4. shall compile
  5. will compile
  6. will compile
continuous present
  1. am compiling
  2. are compiling
  3. is compiling
  4. are compiling
  5. are compiling
  6. are compiling
subjunctive
  1. be compiled
  2. be compiled
  3. be compiled
  4. be compiled
  5. be compiled
  6. be compiled
diverse
  1. compile!
  2. let's compile!
  5. compiled
  6. compiling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor compile:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij elkaar voegen add components together; compile; compose
compileren build; compile
samenstellen add components together; compile; compose
- accumulate; amass; collect; compose; hoard; pile up; roll up

Verwante woorden van "compile":

  • compiling, compilable

Synoniemen voor "compile":


Verwante definities voor "compile":

  1. put together out of existing material2
    • compile a list2
  2. use a computer program to translate source code written in a particular programming language into computer-readable machine code that can be executed2
  3. get or gather together2
  4. To translate all the source code of a program from a high-level language into object code prior to execution of the program.1

Wiktionary: compile

compile
verb
  1. produce executable
  2. assemble from a collection
compile
verb
  1. (overgankelijk) een opeenstapeling maken, een zo volledig mogelijke verzameling aanleggen, gewoonlijk van geschriften of informatie



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor compiler (Nederlands) in het Engels

compiler:

compiler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de compiler (compileerprogramma)
    the compiler; the compile program
    – A program that translates all the source code of a program written in a high-level language into object code prior to execution of the program. 1

Vertaal Matrix voor compiler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compile program compileerprogramma; compiler
compiler compileerprogramma; compiler samensteller; verzamelaar

Wiktionary: compiler

compiler
noun
  1. (informatica) computerprogramma dat een in een brontaal geschreven programma (broncode) vertaalt in een semantisch equivalent programma in een doeltaal (objectcode) (en meestal tegelijk met andere programma´s 'linkt')







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1064 seconde
Page rendered in 1.0 seconds