Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bean:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bean (Engels) in het Nederlands

bean:

bean [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bean
    de boon; bruine boon
    • boon [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bruine boon [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bean:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boon bean French bean
bruine boon bean
- attic; bean plant; bonce; dome; edible bean; noggin; noodle

Verwante woorden van "bean":

  • beans

Synoniemen voor "bean":


Verwante definities voor "bean":

  1. informal terms for a human head1
  2. any of various edible seeds of plants of the family Leguminosae used for food1
  3. any of various leguminous plants grown for their edible seeds and pods1
  4. any of various seeds or fruits that are beans or resemble beans1
  5. hit on the head, especially with a pitched baseball1

Wiktionary: bean

bean
noun
  1. seed
bean
noun
  1. een eetbare peulvrucht
  2. plantkunde|nld voeding|nld species|Vicia faba grote eetbare boon die veel vitamine C en B bevat

Cross Translation:
FromToVia
bean boon Bohne — Pflanze (oder Teil) verschiedener Schmetterlingsblütler

Verwante vertalingen van bean