Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. antenna:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor antenna (Engels) in het Nederlands

antenna:

antenna [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the antenna (whip aerial; feeler; blade; stem)
    de antenne; de voelspriet; de spriet; de voelhoren
    • antenne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • voelspriet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spriet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voelhoren [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor antenna:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antenne antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
spriet antenna; blade; feeler; stem; whip aerial blade; blade of grass
voelhoren antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
voelspriet antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
- aerial; feeler; transmitting aerial

Verwante woorden van "antenna":

  • antennae, antennas

Synoniemen voor "antenna":


Verwante definities voor "antenna":

  1. one of a pair of mobile appendages on the head of e.g. insects and crustaceans; typically sensitive to touch and taste1
  2. an electrical device that sends or receives radio or television signals1
  3. sensitivity similar to that of a receptor organ1
    • he had a special antenna for public relations1

Wiktionary: antenna

antenna
noun
  1. feeler organ

Cross Translation:
FromToVia
antenna antenne antenne — technique|nocat=1 appareil pour recevoir un signal

Verwante vertalingen van antenna