Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. November:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. november:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor November (Engels) in het Nederlands

november:


Synoniemen voor "november":

  • November; Nov; Gregorian calendar month

November:

November [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the November
    de november
    • november [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the November
    de slachtmaand

Vertaal Matrix voor November:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
november November
slachtmaand November
- Nov

Verwante woorden van "November":


Verwante definities voor "November":

  1. the month following October and preceding December1

Wiktionary: November


Cross Translation:
FromToVia
November november; slachtmaand November — der elfte Monat des Kalenderjahres
November november novembreonzième mois de l’année du calendrier grégorien, constitué de 30 jours.

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor November (Nederlands) in het Engels

november:

november [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de november
    the November
    • November [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor november:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
November november slachtmaand

Verwante definities voor "november":

  1. de elfde maand van het jaar2
    • vorig jaar begon het in november al te vriezen2

Wiktionary: november


Cross Translation:
FromToVia
november November November — der elfte Monat des Kalenderjahres
november November novembreonzième mois de l’année du calendrier grégorien, constitué de 30 jours.

Computer vertaling door derden: