Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. youth:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor youth (Engels) in het Nederlands

youth:

youth [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the youth (youthfulness)
    – the freshness and vitality characteristic of a young person 1
    de jeugdigheid; de jeugd
    • jeugdigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • jeugd [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the youth (youngsters; youths)
    – young people collectively 1
    de jeugd; de jongelui
    • jeugd [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jongelui [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. the youth (lad; guy; naughty boy; rascal; scamp)
    de jongen; de rakker
    • jongen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the youth (lad; young man; boy; youngster)
    de jongeman; jonge knaap; de jongeling
  5. the youth (young)
    – young people collectively 1
    de jongeren
    • jongeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  6. the youth (young person; spring chicken; younker)
    – a young person (especially a young man or boy) 1
    de jongere
    • jongere [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor youth:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeugd youngsters; youth; youthfulness; youths childhood
jeugdigheid youth; youthfulness
jonge knaap boy; lad; young man; youngster; youth
jongeling boy; lad; young man; youngster; youth
jongelui youngsters; youth; youths
jongeman boy; lad; young man; youngster; youth adolescent
jongen guy; lad; naughty boy; rascal; scamp; youth
jongere spring chicken; young person; younker; youth adolescent; young person
jongeren young; youth
rakker guy; lad; naughty boy; rascal; scamp; youth rascal; rogue
- early days; juvenility; youthfulness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jongen drop young; give birth; produce young
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- youthfulness

Synoniemen voor "youth":


Antoniemen van "youth":


Verwante definities voor "youth":

  1. the freshness and vitality characteristic of a young person1
  2. young people collectively1
    • youth everywhere rises in revolt1
  3. a young person (especially a young man or boy)1
  4. early maturity; the state of being young or immature or inexperienced1
  5. the time of life between childhood and maturity1
  6. an early period of development1
    • during the youth of the project1

Wiktionary: youth

youth
noun
  1. quality or state of being young
  2. part of life following childhood
youth
noun
  1. het jong zijn
  2. een jong persoon, jongeman, jongemeid

Cross Translation:
FromToVia
youth jeugd Jugend — die Gesamtheit der jung Leute

Verwante vertalingen van youth