Wrench in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

wrench:
- tool; sleutel
- verstuiken; ontwrichten; zwikken; verzwikken; uitwringen; wringen; wriggelen; wrikken; zich wringen
Wiktionary:
- wrench → ruk, moersleutel, schroefsleutel, sleutel, Engelse sleutel, moeilijk afscheid, verdriet
- wrench → afbreken, loswringen, verstuiken, omslaan, verzwikken, los/vastdraaien
- wrench → schroefsleutel, twijnen, verbuigen, verdraaien, vertrekken, wringen, verwringen

Engels

Uitgebreide vertaling voor wrench (Engels) in het Nederlands

wrench:

wrench [the ~] zelfstandig naamwoord

the wrench (spanner; monkey-wrench)
tool; de sleutel
- tool [znw.] zelfstandig naamwoord
- sleutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to wrench werkwoord (wrenches, wrenched, wrenching)

to wrench (sprain; wrest from)
verstuiken; ontwrichten; zwikken; verzwikken
- verstuiken werkwoord (verstuik, verstuikt, verstuikte, verstuikten, verstuikt)
- ontwrichten werkwoord (ontwricht, ontwrichtte, ontwrichtten, ontwricht)
- zwikken werkwoord (zwik, zwikt, zwikte, zwikten, gezwikt)
- verzwikken werkwoord (verzwik, verzwikt, verzwikte, verzwikten, verzwikt)
to wrench (wring out)
uitwringen; wringen
- uitwringen werkwoord (wring uit, wringt uit, wrong uit, wrongen uit, uitgewrongen)
- wringen werkwoord (wring, wringt, wrong, wrongen, gewrongen)
to wrench (lever)
wriggelen; wrikken
- wriggelen werkwoord
- wrikken werkwoord (wrik, wrikt, wrikte, wrikten, gewrikt)
to wrench
wrikken
- wrikken werkwoord (wrik, wrikt, wrikte, wrikten, gewrikt)
to wrench (wring; twist)
zich wringen
- zich wringen werkwoord

Conjugations for wrench:

present

wrench
wrench
wrenches
wrench
wrench
wrench

simple past

wrenched
wrenched
wrenched
wrenched
wrenched
wrenched

present perfect

have wrenched
have wrenched
has wrenched
have wrenched
have wrenched
have wrenched

past continuous

was wrenching
were wrenching
was wrenching
were wrenching
were wrenching
were wrenching

future

shall wrench
will wrench
will wrench
shall wrench
will wrench
will wrench

continuous present

am wrenching
are wrenching
is wrenching
are wrenching
are wrenching
are wrenching

subjunctive

be wrenched
be wrenched
be wrenched
be wrenched
be wrenched
be wrenched

diverse

wrench!
let's wrench!
wrenched
wrenching

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wrench:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sleutel	monkey-wrench; spanner; wrench	key
tool	monkey-wrench; spanner; wrench
wringen		wringing
-	pull; spanner; twist
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontwrichten	sprain; wrench; wrest from	disarm; dislocate; paralyse; paralyze
uitwringen	wrench; wring out
verstuiken	sprain; wrench; wrest from
verzwikken	sprain; wrench; wrest from
wriggelen	lever; wrench
wrikken	lever; wrench
wringen	wrench; wring out
zich wringen	twist; wrench; wring
zwikken	sprain; wrench; wrest from
-	rick; sprain; turn; twist; wrick; wring

Verwante woorden van "wrench":

wrenching, wrenches

Synoniemen voor "wrench":

twist; pull; injury; hurt; harm; trauma
movement; motion
spanner; hand tool
twist; pull
writhe; wrestle; wriggle; worm; squirm; twist
wring; twine; distort; wring out
sprain; turn; wrick; rick; injure; wound

Verwante definities voor "wrench":

a hand tool that is used to hold or twist a nut or bolt¹
a jerky pulling movement¹
a sharp strain on muscles or ligaments¹
- the wrench to his knee occurred as he fell¹
twist suddenly so as to sprain¹
- wrench one's ankle¹
twist and compress, as if in pain or anguish¹
twist or pull violently or suddenly, especially so as to remove (something) from that to which it is attached or from where it originates¹
- wrench a window off its hinges¹
- wrench oneself free from somebody's grip¹
- a deep sigh was wrenched from his chest¹
make a sudden twisting motion¹

Wiktionary: wrench

wrench

noun

twisting movement
- wrench → ruk
hand tool
- wrench → moersleutel; schroefsleutel; sleutel; Engelse sleutel
sad moment
- wrench → moeilijk afscheid; verdriet

verb

to pull or twist
- wrench → afbreken; loswringen
to sprain a joint
- wrench → verstuiken; omslaan; verzwikken
to use a wrench
- wrench → los/vastdraaien

Cross Translation:

From	To	Via
• wrench	→ schroefsleutel	↔ clé à molette — Clé pourvue d'une molette actionnant une crémaillère permettant le réglage de l'écartement des mors.
• wrench	→ twijnen; verbuigen; verdraaien; vertrekken; wringen; verwringen	↔ tordre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van wrench

Remove Ads

Vertaal wrench van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrench (Engels) in het Nederlands

wrench:

wrench [the ~] zelfstandig naamwoord

the wrench (spanner; monkey-wrench)

to wrench werkwoord (wrenches, wrenched, wrenching)

to wrench (sprain; wrest from)

to wrench (wring out)

to wrench (lever)

to wrench

to wrench (wring; twist)

Conjugations for wrench:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor wrench:

Verwante woorden van "wrench":

Synoniemen voor "wrench":

Verwante definities voor "wrench":

Wiktionary: wrench

Verwante vertalingen van wrench