Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. woman:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor woman (Engels) in het Nederlands

woman:

woman [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the woman
    – an adult female person (as opposed to a man) 1
    het vrouwmens; het vrouwspersoon; de vrouw
  2. the woman (wife; female)
    – a female person who plays a significant role (wife or mistress or girlfriend) in the life of a particular man 1
    het wijf; de vrouw
    • wijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. the woman
    de vrouw
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor woman:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vrouw female; wife; woman husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
vrouwmens woman
vrouwspersoon woman
wijf female; wife; woman
- adult female; char; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; fair sex; womanhood
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- female

Verwante woorden van "woman":

  • women

Synoniemen voor "woman":


Antoniemen van "woman":


Verwante definities voor "woman":

  1. women as a class1
    • woman is the glory of creation1
  2. a human female employed to do housework1
    • I have a woman who comes in four hours a day while I write1
  3. an adult female person (as opposed to a man)1
    • the woman kept house while the man hunted1
  4. a female person who plays a significant role (wife or mistress or girlfriend) in the life of a particular man1
    • he was faithful to his woman1

Wiktionary: woman

woman
noun
  1. adult female human being
woman
noun
  1. een volwassen vrouwelijke mens

Cross Translation:
FromToVia
woman vrouw Frauerwachsener, weiblicher Mensch
woman vrouw femme — Être humain adulte de sexe féminin

Verwante vertalingen van woman