Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- wicked:
- wick:
-
Wiktionary:
- wicked → kwaadaardig, gemeen
- wicked → kwaadaardig, gemeen, lelijk
- wick → lont, kous, pit, wiek
Engels
Uitgebreide vertaling voor wicked (Engels) in het Nederlands
wicked:
-
wicked (angry; vicious; cross; enraged; venomous; wrathful; incensed; vitriolic; virulent)
-
wicked (malicious; nasty)
-
wicked (noxious; pestiferous; depraved; reprobated)
goddeloos; verderfelijk; verdorven; heilloos-
goddeloos bijvoeglijk naamwoord
-
verderfelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verdorven bijvoeglijk naamwoord
-
heilloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
wicked (unattended; perverted; depraved; corrupt; degenerate; abandoned; ownerless)
onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos; liederlijk-
onzedelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verdorven bijvoeglijk naamwoord
-
verregaand zedenloos bijvoeglijk naamwoord
-
liederlijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor wicked:
Verwante woorden van "wicked":
Synoniemen voor "wicked":
Antoniemen van "wicked":
Verwante definities voor "wicked":
wicked vorm van wick:
Vertaal Matrix voor wick:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boomwol | cotton; cottonwick; wick | |
kaarsenpit | kernel; pip; pith; wick | |
katoen | cotton; cottonwick; wick | cotton; cotton yarn |
katoenstof | cotton; cottonwick; wick | |
kousje | wick | |
lampenkousje | wick | gas mantle; lamp wick |
lemmet | wick | blade |
lont | fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick | |
ontsteking | fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick | infection; inflammation |
pit | kernel; pip; pith; wick | ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; kernel; pip; pit; seed; stone; zeal; zest; élan |
- | taper |