Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor whole (Engels) in het Nederlands
whole:
-
whole (entire)
– including all components without exception; being one unit or constituting the full amount or extent or duration; complete 1 -
whole
-
whole (undamaged; untainted; flawless; perfect)
gaaf; puntgaaf; onaangetast-
gaaf bijvoeglijk naamwoord
-
puntgaaf bijvoeglijk naamwoord
-
onaangetast bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor whole:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | unit | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gaaf | flawless; perfect; undamaged; untainted; whole | cool; fantastic; intact; maidenly; marvellous; marvelous; outrageous; pure; super; terrific; undamaged; unimpaired; unspoiled; untainted; untouched; virginal |
heel | entire; whole | intact; undamaged; unimpaired |
hele | entire; whole | |
onaangetast | flawless; perfect; undamaged; untainted; whole | fresh; unbroached; unimpaired; unopened; unspoiled; untouched; unused; unweakened; virgin |
puntgaaf | flawless; perfect; undamaged; untainted; whole | |
- | hale; solid; unanimous; unharmed; unhurt; unscathed | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | all; altogether; completely; entirely; totally; wholly | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gehele | whole |
Verwante woorden van "whole":
Synoniemen voor "whole":
Antoniemen van "whole":
Verwante definities voor "whole":
Wiktionary: whole
whole
Cross Translation:
adjective
whole
-
entire
- whole → heel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• whole | → compleet; gans; heel; geheel; vol; volkomen; volslagen; totaal; volledig | ↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue. |
• whole | → vol | ↔ plein — Qui contient tout ce qu’il est capable de contenir ; il est opposé à vide. (Sens général). |