Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. what:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor what (Engels) in het Nederlands

what:

what bijvoeglijk naamwoord

  1. what
    welk
    • welk bijvoeglijk naamwoord
  2. what (that which)
    datgene
  3. what (which; that)
    hetwelk; welk; welke
    • hetwelk bijvoeglijk naamwoord
    • welk bijvoeglijk naamwoord
    • welke bijvoeglijk naamwoord

what

  1. what (that which; which)
    hetgeen; welk; welke

Vertaal Matrix voor what:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hetgeen that which; what; which
- how
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
datgene that which; what that which
hetwelk that; what; which
welk that; that which; what; which
welke that; that which; what; which

Wiktionary: what

what
en-pron
  1. interrogative pronoun
  2. nonstandard relative pronoun
adverb
  1. that which; those that; the thing that
interjection
  1. expression of surprise
en-det
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
what wat wassächliches Fragewort, Interrogativpronomen
what dan que — Signifie un critère de comparaison.

Verwante vertalingen van what