Wetting in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

wetting:
- bevochtiging; wetting
wet:
- nat; regenachtig; met neerslag; vochtig; humide
- besproeien; bevochtigen; bespuiten; sproeien; nat maken; water geven; begieten; betten; deppen; afbetten
- watje; schlemiel; slemiel; sukkel; slungel; spelbreker; chagrijn
Wiktionary:
- wet → nat, vochtig
- wet → natmaken, plassen
- wet → bevochtigen, nat maken, bevloeien, gieten, begieten, sproeien, besproeien, wateren, water geven

Engels

Uitgebreide vertaling voor wetting (Engels) in het Nederlands

wetting:

wetting [the ~] zelfstandig naamwoord

the wetting (moistening)
de bevochtiging
- bevochtiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the wetting

– A problem with the Surface display when extremely black areas appear on the Surface screen. Wetting occurs when diffuser layers accidentally contact each other. Wetting resembles areas of moisture under the Surface screen. ¹
wetting
- wetting

Vertaal Matrix voor wetting:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevochtiging	moistening; wetting
-	leak; making water; passing water
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wetting	wetting
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	softening

Synoniemen voor "wetting":

change of state
leak; making water; passing water; micturition; urination

Verwante definities voor "wetting":

the act of making something wet²
a euphemism for urination²
A problem with the Surface display when extremely black areas appear on the Surface screen. Wetting occurs when diffuser layers accidentally contact each other. Wetting resembles areas of moisture under the Surface screen.¹

wetting vorm van wet:

wet bijvoeglijk naamwoord

wet (rainy; damp)
nat; regenachtig; met neerslag
- nat bijvoeglijk naamwoord
- regenachtig bijvoeglijk naamwoord
- met neerslag bijvoeglijk naamwoord
wet (moist; wettish; damp; liquid)
vochtig; humide; nat
- vochtig bijvoeglijk naamwoord
- humide bijvoeglijk naamwoord
- nat bijvoeglijk naamwoord

to wet werkwoord (wets, wetted, wetting)

to wet (squirt water upon; water)
besproeien; bevochtigen; bespuiten; sproeien
- besproeien werkwoord (besproei, besproeit, besproeide, besproeiden, besproeid)
- bevochtigen werkwoord (bevochtig, bevochtigt, bevochtigde, bevochtigden, bevochtigd)
- bespuiten werkwoord (bespuit, bespoot, bespoten, bespoten)
- sproeien werkwoord (sproei, sproeit, sproeide, sproeiden, gesproeid)
to wet (moisten; dampen)
nat maken; bevochtigen
- nat maken werkwoord
- bevochtigen werkwoord (bevochtig, bevochtigt, bevochtigde, bevochtigden, bevochtigd)
to wet (water; sprinkle)
besproeien; water geven; begieten
- besproeien werkwoord (besproei, besproeit, besproeide, besproeiden, besproeid)
- water geven werkwoord
- begieten werkwoord (begiet, begoot, begoten, begoten)
to wet (dab; moisten)
betten; deppen; afbetten; bevochtigen
- betten werkwoord (bet, bette, betten, gebet)
- deppen werkwoord (dep, dept, depte, depten, gedept)
- afbetten werkwoord
- bevochtigen werkwoord (bevochtig, bevochtigt, bevochtigde, bevochtigden, bevochtigd)

Conjugations for wet:

present

wet
wet
wets
wet
wet
wet

simple past

wetted
wetted
wetted
wetted
wetted
wetted

present perfect

have wetted
have wetted
has wetted
have wetted
have wetted
have wetted

past continuous

was wetting
were wetting
was wetting
were wetting
were wetting
were wetting

future

shall wet
will wet
will wet
shall wet
will wet
will wet

continuous present

am wetting
are wetting
is wetting
are wetting
are wetting
are wetting

subjunctive

be wetted
be wetted
be wetted
be wetted
be wetted
be wetted

diverse

wet!
let's wet!
wetted
wetting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

wet [the ~] zelfstandig naamwoord

the wet (schlemiel; dolt; drip)
het watje; de schlemiel; slemiel; de sukkel; de slungel
- watje [het ~] zelfstandig naamwoord
- schlemiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- slemiel [znw.] zelfstandig naamwoord
- sukkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- slungel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the wet (wet blanket; moper)
de spelbreker; het chagrijn
- spelbreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- chagrijn [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbetten		bathing; dabbing
betten		bathing; dabbing
chagrijn	moper; wet; wet blanket	annoyance; chagrin; curmudgeon; peevish person; sourpuss; vexation
nat		fluid; humidity; juice; liquid; moistness; moisture
schlemiel	dolt; drip; schlemiel; wet
slemiel	dolt; drip; schlemiel; wet
slungel	dolt; drip; schlemiel; wet
spelbreker	moper; wet; wet blanket	spoilsport
sukkel	dolt; drip; schlemiel; wet	Simple Simon; birdbrain; blockhead; bungler; dawdler; duffer; dunce; fat head; fathead; feather head; fool; idiot; laggard; loiterer; meathead; nerd; nitwit; numbskull; oaf; poor devil; poor thing; poor wretch; rattle brain; rattle-brain; simpleton; slowcoach; slowpoke; snail; stupid
watje	dolt; drip; schlemiel; wet	wad of cotton wool
-	moisture
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbetten	dab; moisten; wet
begieten	sprinkle; water; wet
besproeien	sprinkle; squirt water upon; water; wet
bespuiten	squirt water upon; water; wet
betten	dab; moisten; wet
bevochtigen	dab; dampen; moisten; squirt water upon; water; wet
deppen	dab; moisten; wet
nat maken	dampen; moisten; wet
sproeien	squirt water upon; water; wet
water geven	sprinkle; water; wet
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nat	damp; liquid; moist; rainy; wet; wettish
regenachtig	damp; rainy; wet
vochtig	damp; liquid; moist; wet; wettish
-	lactating
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
humide	damp; liquid; moist; wet; wettish
met neerslag	damp; rainy; wet

Verwante woorden van "wet":

wetness, wets, wettest, wetly

Synoniemen voor "wet":

bedewed; dewy; besprent; sprinkled; boggy; marshy; miry; mucky; muddy; quaggy; sloppy; sloughy; soggy; squashy; swampy; waterlogged; clammy; dank; damp; dampish; moist; drenched; saturated; soaked; soaking; sodden; sopping; soppy; dripping; drippy; drizzly; dunked; soused; humid; misty; muggy; steamy; sticky; perspiring; sweating; sweaty; reeking; watery; rheumy; showery; rainy; steaming; tacky; undried; washed
lactating; fresh
alcoholic
besotted; blind drunk; blotto; crocked; cockeyed; fuddled; loaded; pie-eyed; pissed; pixilated; plastered; potty; slopped; sloshed; smashed; soaked; soused; sozzled; squiffy; stiff; tiddly; tiddley; tight; tipsy; intoxicated; drunk; inebriated
moisture; wetness
change; alter; modify
make; urinate; piddle; puddle; micturate; piss; pee; pee-pee; make water; relieve oneself; take a leak; spend a penny; wee; wee-wee; pass water

Antoniemen van "wet":

Verwante definities voor "wet":

consisting of or trading in alcoholic liquor²
- a wet cargo²
- a wet canteen²
covered or soaked with a liquid such as water²
- a wet bathing suit²
- wet sidewalks²
- wet weather²
producing or secreting milk²
- a wet nurse²
- a wet cow²
supporting or permitting the legal production and sale of alcoholic beverages²
- a wet candidate running on a wet platform²
- a wet county²
containing moisture or volatile components²
- wet paint²
wetness caused by water²
- drops of wet gleamed on the window²
make one's bed or clothes wet by urinating²
- This eight year old boy still wets his bed²
cause to become wet²

Wiktionary: wet

wet

adjective

of an object: covered with or impregnated with liquid
- wet → nat; vochtig
of weather: rainy (See rainy)
- wet → nat; vochtig
made of liquid or moisture
- wet → nat
of a woman: sexually aroused
- wet → nat

verb

cover or impregnate with liquid
- wet → natmaken
urinate accidentally in or on
- wet → plassen

wet

adjective

gedrenkt in een vloeistof, meestal water
- nat → wet

Cross Translation:

From	To	Via
• wet	→ bevochtigen; nat maken; bevloeien; gieten; begieten; sproeien; besproeien; wateren; water geven	↔ mouiller — Traductions à trier suivant le sens.

Computer vertaling door derden: