Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. washers:
  2. washer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor washers (Engels) in het Nederlands

washers:

washers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the washers
    sluitringen
  2. the washers (rinsing-tubs)
    spoelvaten

Vertaal Matrix voor washers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluitringen washers
spoelvaten rinsing-tubs; washers

Verwante woorden van "washers":


washer:

washer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the washer
    sluitring

Vertaal Matrix voor washer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluitring washer
- automatic washer; washing machine

Verwante woorden van "washer":


Synoniemen voor "washer":


Verwante definities voor "washer":

  1. a home appliance for washing clothes and linens automatically1
  2. seal consisting of a flat disk placed to prevent leakage1
  3. someone who washes things for a living1

Wiktionary: washer

washer
noun
  1. something that washes