Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
visit:
- bezoeken; langskomen; voorbijkomen; op bezoek komen; opzoeken; inlopen; aankomen; iemand opzoeken; op visite gaan; langsgaan; bezichtigen; bekijken; aanschouwen; bezien; elkaar ontmoeten; afspreken; elkaar zien; treffen; samenkomen; lastigvallen; teisteren; verzamelen; bij elkaar komen
- bezichtigen; bezichtiging
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor visit (Engels) in het Nederlands
visit:
-
to visit (drop by; drop in)
bezoeken; langskomen; voorbijkomen; op bezoek komen; opzoeken; inlopen; aankomen-
op bezoek komen werkwoord
-
to visit (pass; come past; drop by; seek out; look for; call on; look up; call at)
bezoeken; langskomen; voorbijkomen; iemand opzoeken; op visite gaan; langsgaan; aankomen-
iemand opzoeken werkwoord
-
op visite gaan werkwoord
-
to visit (examine; view; look at; inspect; see round; see over; see)
-
to visit (get together; see each other; assemble; forgather)
-
to visit (harass; bother; trouble)
-
to visit (to gather; see each other)
Conjugations for visit:
present
- visit
- visit
- visits
- visit
- visit
- visit
simple past
- visited
- visited
- visited
- visited
- visited
- visited
present perfect
- have visited
- have visited
- has visited
- have visited
- have visited
- have visited
past continuous
- was visiting
- were visiting
- was visiting
- were visiting
- were visiting
- were visiting
future
- shall visit
- will visit
- will visit
- shall visit
- will visit
- will visit
continuous present
- am visiting
- are visiting
- is visiting
- are visiting
- are visiting
- are visiting
subjunctive
- be visited
- be visited
- be visited
- be visited
- be visited
- be visited
diverse
- visit!
- let's visit!
- visited
- visiting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the visit (view; inspection)
Vertaal Matrix voor visit:
Verwante woorden van "visit":
Synoniemen voor "visit":
Verwante definities voor "visit":
Wiktionary: visit
visit
visit
Cross Translation:
verb
-
naar een object kijken
-
bij iemand langsgaan of langskomen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• visit | → bezoek | ↔ Besuch — vorübergehendes Aufsuchen des Aufenthaltsorts einer Person, vorübergehendes Aufsuchen eines Gebäudes oder einer Institution auf eigene Initiative |
• visit | → bezoeken | ↔ besuchen — jemanden aufsuchen, um mit ihm eine Weile zusammen sein zu können |
• visit | → bezoek; visite | ↔ visite — Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général). |
• visit | → afgaan; bezoeken; opzoeken | ↔ visiter — désuet|fr aller voir quelqu’un chez lui sans séjourner. |