Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. virginity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor virginity (Engels) in het Nederlands

virginity:

virginity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the virginity
    de maagdelijkheid; de virginiteit; de ongereptheid

Vertaal Matrix voor virginity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maagdelijkheid virginity
ongereptheid virginity
virginiteit virginity
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chastity; maidenliness

Synoniemen voor "virginity":


Verwante definities voor "virginity":

  1. the condition or quality of being a virgin1

Wiktionary: virginity

virginity
noun
  1. state of being a virgin
virginity
noun
  1. het nog geen geslachtsverkeer gehad hebben
  2. zuiverheid

Cross Translation:
FromToVia
virginity maagdelijkheid pucelage — (familier, fr) État d’une personne vierge, c'est-à-dire qui n'a jamais eu de rapports sexuels.
virginity maagdelijkheid virginité — État d’une personne qui est vierge.