Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. villager:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor villager (Engels) in het Nederlands

villager:

villager [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the villager
    de dorpsbewoner; de dorpeling; dorpelinge

Vertaal Matrix voor villager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dorpeling villager
dorpelinge villager
dorpsbewoner villager

Verwante woorden van "villager":


Synoniemen voor "villager":

  • inhabitant; habitant; dweller; denizen; indweller

Verwante definities voor "villager":

  1. one who has lived in a village most of their life1

Wiktionary: villager


Cross Translation:
FromToVia
villager dorpeling villageois — Celui, celle qui habiter un village.