Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vicinity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor vicinity (Engels) in het Nederlands

vicinity:

vicinity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vicinity (environment; neighbourhood; environs; neighborhood)
    de omgeving; omstreek; de omtrek
    • omgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • omstreek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • omtrek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the vicinity (environs)
    de omstreken
    • omstreken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. the vicinity (neighbouring town)
    buurstad

Vertaal Matrix voor vicinity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buurstad neighbouring town; vicinity
omgeving environment; environs; neighborhood; neighbourhood; vicinity environment
omstreek environment; environs; neighborhood; neighbourhood; vicinity
omstreken environs; vicinity
omtrek environment; environs; neighborhood; neighbourhood; vicinity circumference; contour; outline
- locality; neck of the woods; neighborhood; neighbourhood

Verwante woorden van "vicinity":

  • vicinities

Synoniemen voor "vicinity":


Verwante definities voor "vicinity":

  1. a surrounding or nearby region1
    • the plane crashed in the vicinity of Asheville1

Wiktionary: vicinity

vicinity
noun
  1. proximity, or the state of being near
  2. neighbourhood, or the nearby region
  3. approximate size or amount

Verwante vertalingen van vicinity