Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal veil

Vertaal veil van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. veil:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor veil (Engels) in het Nederlands

veil:

veil [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the veil (voile)
    de voile; de sluier
    • voile [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • sluier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to veil werkwoord (veils, veiled, veiling)

  1. to veil (hide; disguise; conceal; )
    verbergen; achterhouden; verhullen; verduisteren; verstoppen; versluieren; verheimelijken; bemantelen
    • verbergen werkwoord (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verhullen werkwoord (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • verduisteren werkwoord (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • versluieren werkwoord (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • verheimelijken werkwoord (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • bemantelen werkwoord (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
  2. to veil (disguise; dissemble; camouflage)
    verbloemen
    • verbloemen werkwoord (verbloem, verbloemt, verbloemde, verbloemden, verbloemd)
  3. to veil (conceal; mask; cover; )
    maskeren; omhullen; bedekken; verhullen; versluieren; bemantelen; inhullen; hullen
    • maskeren werkwoord (masker, maskert, maskerde, maskerden, gemaskeerd)
    • omhullen werkwoord (omhul, omhult, omhulde, omhulden, omhuld)
    • bedekken werkwoord (bedek, bedekt, bedekte, bedekten, bedekt)
    • verhullen werkwoord (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • versluieren werkwoord (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • bemantelen werkwoord (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
    • inhullen werkwoord (hul in, hult in, hulde in, hulden in, ingehuld)
    • hullen werkwoord (hul, hult, hulde, hulden, gehuld)
  4. to veil (conceal; disguise; blur; mantle)
    camoufleren; in omgeving op laten gaan

Conjugations for veil:

present
  1. veil
  2. veil
  3. veils
  4. veil
  5. veil
  6. veil
simple past
  1. veiled
  2. veiled
  3. veiled
  4. veiled
  5. veiled
  6. veiled
present perfect
  1. have veiled
  2. have veiled
  3. has veiled
  4. have veiled
  5. have veiled
  6. have veiled
past continuous
  1. was veiling
  2. were veiling
  3. was veiling
  4. were veiling
  5. were veiling
  6. were veiling
future
  1. shall veil
  2. will veil
  3. will veil
  4. shall veil
  5. will veil
  6. will veil
continuous present
  1. am veiling
  2. are veiling
  3. is veiling
  4. are veiling
  5. are veiling
  6. are veiling
subjunctive
  1. be veiled
  2. be veiled
  3. be veiled
  4. be veiled
  5. be veiled
  6. be veiled
diverse
  1. veil!
  2. let's veil!
  5. veiled
  6. veiling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor veil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedekken covering
sluier veil; voile
verduisteren cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling
voile veil; voile
- caul; embryonic membrane; head covering; humeral veil; velum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up; nick; pinch; put aside; put away; reserve; restrain; set aside; snitch; steal
bedekken blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap coat; cover; cover up
bemantelen blur; camouflage; conceal; cover; disguise; envelop; gloss over; hide; hush up; mantle; mask; shroud; suppress; swathe; veil; wrap
camoufleren blur; conceal; disguise; mantle; veil
hullen blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
in omgeving op laten gaan blur; conceal; disguise; mantle; veil
inhullen blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
maskeren blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
omhullen blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
verbergen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
verbloemen camouflage; disguise; dissemble; veil
verduisteren blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; cadge; collar; conceal; darken; disguise; expropriate; filch; go thieving; hide; hush up; make off with; nick; obscure; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
verheimelijken blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
verhullen blur; camouflage; conceal; cover; disguise; envelop; gloss over; hide; hush up; mantle; mask; shroud; suppress; swathe; veil; wrap
versluieren blur; camouflage; conceal; cover; disguise; envelop; gloss over; hide; hush up; mantle; mask; shroud; suppress; swathe; veil; wrap
verstoppen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
- blot out; hide; obliterate; obscure

Verwante woorden van "veil":


Synoniemen voor "veil":


Antoniemen van "veil":


Verwante definities voor "veil":

  1. a garment that covers the head and face1
  2. a vestment worn by a priest at High Mass in the Roman Catholic Church; a silk shawl1
  3. the inner membrane of embryos in higher vertebrates (especially when covering the head at birth)1
  4. a membranous covering attached to the immature fruiting body of certain mushrooms1
  5. make undecipherable or imperceptible by obscuring or concealing1
    • a veiled threat1
  6. to obscure, or conceal with or as if with a veil1
    • women in Afghanistan veil their faces1

Wiktionary: veil

veil
noun
  1. covering for a person or thing
veil
noun
  1. dunne doek, waarmee men een lichaamsdeel of het gezicht bedekt
verb
  1. iets niet openlijk zeggen of tonen
Cross Translation:
FromToVia
• veil → mist ↔ Nebel — fein verteilte Flüssigkeitströpfchen, fast immer Wassertröpfchen, oder Eisteilchen in der Luft
• veil → sluier ↔ Schleier — dünner, halbdurchsichtiger Stoff zur Verhüllung von Kopf/Gesicht (einer Frau)
• veil → sluier ↔ voile — Couverture d’objet (1)
• veil → sluier ↔ voile — Couvre-chef des religieuses (2)

Verwante vertalingen van veil







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0812 seconde
Page rendered in 1.0 seconds