Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vehicle:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor vehicles (Engels) in het Nederlands

vehicle:

vehicle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vehicle (car)
    – a conveyance that transports people or objects 1
    het vehikel; het voertuig; de rijtuig; de wagen; de kar
    • vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voertuig [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rijtuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kar [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the vehicle (means of transportation; conveyance; means of transport)
    – a conveyance that transports people or objects 1
    het vervoermiddel; het transportmiddel
  3. the vehicle (means of transport)
    de vervoersmogelijkheid
  4. the vehicle
    het voertuig
    • voertuig [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vehicle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kar car; vehicle auto; automobile; barrow; car; garden cart; lawn cart; wheelbarrow
rijtuig car; vehicle cab; carriage; cart; coach; railroad carriage; railway carriage; railway coach
transportmiddel conveyance; means of transport; means of transportation; vehicle
vehikel car; vehicle auto; automobile; car
vervoermiddel conveyance; means of transport; means of transportation; vehicle means of transport
vervoersmogelijkheid means of transport; vehicle
voertuig car; vehicle
wagen car; vehicle auto; automobile; car; dare; daring; horse cart; risking; venturing
- fomite
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wagen adventure; dare; dare to; risk

Verwante woorden van "vehicle":

  • vehicles

Synoniemen voor "vehicle":


Verwante definities voor "vehicle":

  1. a conveyance that transports people or objects1
  2. a medium for the expression or achievement of something1
    • his editorials provided a vehicle for his political views1
    • a congregation is a vehicle of group identity1
    • the play was just a vehicle to display her talents1
  3. any inanimate object (as a towel or money or clothing or dishes or books or toys etc.) that can transmit infectious agents from one person to another1
  4. any substance that facilitates the use of a drug or pigment or other material that is mixed with it1

Wiktionary: vehicle

vehicle
noun
  1. a conveyance
  2. a medium
vehicle
noun
  1. een drager
  2. door de mens gemaakt voorwerp, gewoonlijk op wielen, met als doel het verplaatsen van mensen of goederen

Cross Translation:
FromToVia
vehicle rijtuig; vehikel; voertuig; wagen bagnole — France|fr (familier, fr) voiture, automobile.
vehicle wagen; auto voiture — Automobile
vehicle voertuig; vehikel véhiculeengin mobile servir au transport des personnes et des marchandises.