Valour in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

valour:
- moed; onversaagdheid; dapperheid; koenheid; heldhaftigheid; heldenmoed; heldendom
Wiktionary:
- valour → heldhaftigheid
- valour → omverwerping, dapperheid, durf, lef, moed, courage, opdelving, winning, slachting, slacht

Engels

Uitgebreide vertaling voor valour (Engels) in het Nederlands

the valour (bravery; courage; gallantry; vigour; daring; sturdiness; valor; vigor)
de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
- moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onversaagdheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- dapperheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- koenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the valour (heroism; valor)
de heldhaftigheid; de heldenmoed; de moed
- heldhaftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heldenmoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the valour (heroism; valor)
het heldendom
- heldendom [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dapperheid	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
heldendom	heroism; valor; valour
heldenmoed	heroism; valor; valour
heldhaftigheid	heroism; valor; valour
koenheid	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour	audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity
moed	bravery; courage; daring; gallantry; heroism; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour	daring; guts; nerve; pluck
onversaagdheid	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
-	gallantry; heroism; valiance; valiancy; valor; valorousness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bravery; dash; valor

heroism; gallantry; valor; valorousness; valiance; valiancy; courage; courageousness; bravery; braveness

the qualities of a hero or heroine; exceptional or heroic courage when facing danger (especially in battle)¹

valour

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• valour	→ omverwerping; dapperheid; durf; lef; moed; courage; opdelving; winning; slachting; slacht	↔ abattage — Traductions à trier suivant le sens
• valour	→ dapperheid; durf; lef; moed; courage	↔ courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger