Useless in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

useless:
- nutteloos; zinloos; zonder nut; waardeloos; onzinnig; onbruikbaar; onnut
Wiktionary:
- useless → nutteloos, onbruikbaar, zinloos
- useless → onnodig, nutteloos, zinloos, ondienstig, onnuttig, vergeefs, vruchteloos

Engels

Uitgebreide vertaling voor useless (Engels) in het Nederlands

useless (senseless; pointless; meaningless; unusable)
nutteloos; zinloos; zonder nut
- nutteloos bijvoeglijk naamwoord
- zinloos bijvoeglijk naamwoord
- zonder nut bijvoeglijk naamwoord
useless (worthless; valueless)
waardeloos
- waardeloos bijvoeglijk naamwoord
useless (senseless; mindless)
nutteloos; zinloos; onzinnig
- nutteloos bijvoeglijk naamwoord
- zinloos bijvoeglijk naamwoord
- onzinnig bijvoeglijk naamwoord
useless (unusable)
onbruikbaar
- onbruikbaar bijvoeglijk naamwoord
useless (good-for-nothing)
onnut
- onnut bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nutteloos	meaningless; mindless; pointless; senseless; unusable; useless	for nothing; fruitless; futile; in vain; to no avail; vainly
onbruikbaar	unusable; useless
onnut	good-for-nothing; useless
onzinnig	mindless; senseless; useless	nonsensical; ridiculous
waardeloos	useless; valueless; worthless
zinloos	meaningless; mindless; pointless; senseless; unusable; useless
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	unusable
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zonder nut	meaningless; pointless; senseless; unusable; useless

futile; ineffectual; otiose; unavailing; inutile; unprofitable; unserviceable; unusable; unuseable; ineffective; uneffective

having no beneficial use or incapable of functioning usefully¹
- a kitchen full of useless gadgets¹
- she is useless in an emergency¹

useless

adjective

useless

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• useless	→ onnodig; nutteloos	↔ müßig — von Gedanken, Ideen und Fragen: ohne praktische Bedeutung
• useless	→ nutteloos	↔ nutzlos — ohne Nutzen, keinen Nutzen bringend
• useless	→ zinloos	↔ zwecklos — ohne ein brauchbares Ergebnis zu erzeugen
• useless	→ nutteloos; ondienstig; onnuttig; vergeefs; vruchteloos	↔ inutile — Qui n’est d’aucune utilité, d’aucun usage, parler des choses.