Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- usage:
-
Wiktionary:
- usage → gebruik
- usage → gebruik, spraakgebruik, taalgebruik, zede, gewoonte, usance, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, post, wachtpost, werkgelegenheid, toepassing
Engels
Uitgebreide vertaling voor usage (Engels) in het Nederlands
usage:
-
the usage (application; use; inset; stakes; ante)
-
the usage (linguistic usage)
het taalgebruik -
the usage
het spraakgebruik -
the usage
– The number of units or dollars of an inventory item consumed over a period of time. 1
Vertaal Matrix voor usage:
Verwante woorden van "usage":
Synoniemen voor "usage":
Verwante definities voor "usage":
Wiktionary: usage
usage
Cross Translation:
noun
-
-
- usage → gebruik
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• usage | → gebruik | ↔ Gebrauch — Verwendung, Anwendung, Einsatz |
• usage | → spraakgebruik; taalgebruik | ↔ Sprachgebrauch — Linguistik: Anwendung der Sprache in Äußerungen |
• usage | → spraakgebruik; taalgebruik | ↔ Sprachverwendung — Linguistik: Anwendung der Sprache in Äußerungen |
• usage | → gebruik; zede; gewoonte; usance | ↔ coutume — À trier |
• usage | → ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; werkgelegenheid | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• usage | → gebruik; toepassing | ↔ usage — coutume, pratique reçue. |