Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- uphold:
-
Wiktionary:
- uphold → ondersteunen, staande houden
- uphold → billijken, goedkeuren, toestemming geven, dragen, schoren, steunen, ondersteunen, ruggesteunen, schragen, stutten, bekrachtigen, bevestigen, erkennen, staven, vormen, behouden, bergen, bewaren, conserveren, handhaven, onderhouden, overhouden, doorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten
Engels
Uitgebreide vertaling voor upholding (Engels) in het Nederlands
upholding:
Vertaal Matrix voor upholding:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | maintenance; preservation |
Verwante woorden van "upholding":
uphold:
Conjugations for uphold:
present
- uphold
- uphold
- upholds
- uphold
- uphold
- uphold
simple past
- upheld
- upheld
- upheld
- upheld
- upheld
- upheld
present perfect
- have upheld
- have upheld
- has upheld
- have upheld
- have upheld
- have upheld
past continuous
- was upholding
- were upholding
- was upholding
- were upholding
- were upholding
- were upholding
future
- shall uphold
- will uphold
- will uphold
- shall uphold
- will uphold
- will uphold
continuous present
- am upholding
- are upholding
- is upholding
- are upholding
- are upholding
- are upholding
subjunctive
- be upheld
- be upheld
- be upheld
- be upheld
- be upheld
- be upheld
diverse
- uphold!
- let's uphold!
- upheld
- upholding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor uphold:
Verwante woorden van "uphold":
Synoniemen voor "uphold":
Antoniemen van "uphold":
Verwante definities voor "uphold":
Wiktionary: uphold
uphold
Cross Translation:
verb
-
to support by approval or encouragement
- uphold → ondersteunen; staande houden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uphold | → billijken; goedkeuren; toestemming geven | ↔ billigen — (transitiv) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen |
• uphold | → dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; stutten | ↔ appuyer — placer contre quelque chose. |
• uphold | → bekrachtigen; bevestigen; erkennen; staven; vormen | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• uphold | → dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; behouden; bergen; bewaren; conserveren; handhaven; onderhouden; overhouden; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |