Engels

Uitgebreide vertaling voor upholder (Engels) in het Nederlands

upholder:

upholder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the upholder (maintainer)
    de handhaver

Vertaal Matrix voor upholder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handhaver maintainer; upholder
- maintainer; sustainer

Verwante woorden van "upholder":

  • upholders

Synoniemen voor "upholder":


Verwante definities voor "upholder":

  1. someone who upholds or maintains1
    • firm upholders of tradition1

upholder vorm van uphold:

to uphold werkwoord (upholds, upheld, upholding)

  1. to uphold (stand firm; maintain; preserve; )
    handhaven; stand houden
  2. to uphold (ratify; confirm; validate; )
    goedkeuren; bevestigen; bekrachtigen; homologeren; bezegelen
    • goedkeuren werkwoord (keur goed, keurt goed, keurde goed, keurden goed, goedgekeurd)
    • bevestigen werkwoord (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • homologeren werkwoord (homologeer, homologeert, homologeerde, homologeerden, gehomologeerd)
    • bezegelen werkwoord (bezegel, bezegelt, bezegelde, bezegelden, bezegeld)
  3. to uphold (confirm; certify; authenticate; )
    certificeren; bekrachtigen; waarmerken; bestempelen; merken
    • certificeren werkwoord (certificeer, certificeert, certificeerde, certificeerden, gecertificeerd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • waarmerken werkwoord (waarmerk, waarmerkt, waarmerkte, waarmerkten, gewaarmerkt)
    • bestempelen werkwoord (bestempel, bestempelt, bestempelde, bestempelden, bestempeld)
    • merken werkwoord (merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)

Conjugations for uphold:

present
  1. uphold
  2. uphold
  3. upholds
  4. uphold
  5. uphold
  6. uphold
simple past
  1. upheld
  2. upheld
  3. upheld
  4. upheld
  5. upheld
  6. upheld
present perfect
  1. have upheld
  2. have upheld
  3. has upheld
  4. have upheld
  5. have upheld
  6. have upheld
past continuous
  1. was upholding
  2. were upholding
  3. was upholding
  4. were upholding
  5. were upholding
  6. were upholding
future
  1. shall uphold
  2. will uphold
  3. will uphold
  4. shall uphold
  5. will uphold
  6. will uphold
continuous present
  1. am upholding
  2. are upholding
  3. is upholding
  4. are upholding
  5. are upholding
  6. are upholding
subjunctive
  1. be upheld
  2. be upheld
  3. be upheld
  4. be upheld
  5. be upheld
  6. be upheld
diverse
  1. uphold!
  2. let's uphold!
  3. upheld
  4. upholding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor uphold:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
homologeren homologate
waarmerken hall-mark; stamps; trading stamps
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekrachtigen assent; authenticate; bear out; certify; confirm; notice; ratify; seal; signal; support; uphold; validate
bestempelen assent; authenticate; certify; confirm; notice; ratify; signal; uphold call; mention; name; stamp one's foot
bevestigen bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate affix; assent to; attach; attach to; bind; confirm; connect; endorse; fasten; fix; knot; secure; tie together; tie up
bezegelen bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate seal; stamp
certificeren assent; authenticate; certify; confirm; notice; ratify; signal; uphold
goedkeuren bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate accept; acknowledge; admit; allow; approve; authorise; authorize; concede; confirm; give one's fiat to; grant; permit; sanction; submit to; tolerate; validate
handhaven hang on; hold; maintain; preserve; stand by; stand firm; uphold
homologeren bear out; confirm; ratify; seal; support; uphold; validate
merken assent; authenticate; certify; confirm; notice; ratify; signal; uphold attend; brand; check; feel; mark; mark with a cross; notice; observe; perceive; see; sense; signal; tick; witness
stand houden hang on; hold; maintain; preserve; stand by; stand firm; uphold
waarmerken assent; authenticate; certify; confirm; notice; ratify; signal; uphold acknowledge viability; hallmark
- bear on; carry on; continue; maintain; preserve
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedkeuren authorize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- defend

Verwante woorden van "uphold":

  • upholding

Synoniemen voor "uphold":


Antoniemen van "uphold":

  • discontinue

Verwante definities voor "uphold":

  1. stand up for; stick up for; of causes, principles, or ideals1
  2. support against an opponent1
    • The appellate court upheld the verdict1
  3. keep or maintain in unaltered condition; cause to remain or last1

Wiktionary: uphold

uphold
verb
  1. to support by approval or encouragement

Cross Translation:
FromToVia
uphold billijken; goedkeuren; toestemming geven billigen — (transitiv) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen
uphold dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; stutten appuyerplacer contre quelque chose.
uphold bekrachtigen; bevestigen; erkennen; staven; vormen confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution.
uphold dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; behouden; bergen; bewaren; conserveren; handhaven; onderhouden; overhouden; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten maintenirtenir ferme et fixe.