Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. untruth:


Engels

Uitgebreide vertaling voor untruth (Engels) in het Nederlands

untruth:

untruth [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the untruth (lie; deceit; deception; )
    de leugen; het bedrog; de onwaarheid
    • leugen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bedrog [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onwaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor untruth:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrog cheating; deceit; deception; falsehood; fooling; lie; untruth cheating; deceit; deception; double-cross; fraud; mess; scam; swindling
leugen cheating; deceit; deception; falsehood; fooling; lie; untruth delusion; fable; fairytale; fib; fiction; old wive's tale; story
onwaarheid cheating; deceit; deception; falsehood; fooling; lie; untruth
- falsehood; falsity

Verwante woorden van "untruth":


Synoniemen voor "untruth":


Antoniemen van "untruth":


Verwante definities voor "untruth":

  1. a false statement1