Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal unions

Vertaal unions van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unions:
  2. union:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor unions (Engels) in het Nederlands

unions:

unions [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the unions (federations; confederations)
    de federaties; de unies; de bonden; de liga's
    • federaties [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • unies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bonden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • liga's [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the unions (federations; confederations)
    de federaties; verenigingen van staten
  3. the unions (federations; confederations)
    vereningingen van bedrijven; de unies
  4. the unions (alliances; leagues)
    de verbonden; de unies; de liga's
    • verbonden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • unies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • liga's [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor unions:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonden confederations; federations; unions
federaties confederations; federations; unions
liga's alliances; confederations; federations; leagues; unions
unies alliances; confederations; federations; leagues; unions
verbonden alliances; leagues; unions
verenigingen van staten confederations; federations; unions
vereningingen van bedrijven confederations; federations; unions
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbonden associated; attached; fastened; interconnected; interdependent; joined; joint; unifying; united

Verwante woorden van "unions":


union:

union [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the union (alliance; association; society; )
    de vereniging; het genootschap; de sociëteit; de bond; de broederschap
  2. the union (liaison; junction; combination; )
    de liaison; de verhouding; de relatie; het slippertje; het avontuurtje; de affaire
  3. the union (guild; association; professional organization; )
    de ambachtsgilde; de vereniging; het gilde; vakgenootschap; de club; de organisatie; de bond; de orde; de unie
    • ambachtsgilde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vereniging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gilde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vakgenootschap [znw.] zelfstandig naamwoord
    • club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. the union (association; club; society; circle; guild)
    de soos; de vereniging; societiet; de organisatie; de bond; de unie; de club; de orde; het gilde
    • soos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vereniging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • societiet [znw.] zelfstandig naamwoord
    • organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gilde [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. the union (association; company)
    de associatie; het verbond; de coalitie; de unie
    • associatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verbond [het ~] zelfstandig naamwoord
    • coalitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. the union (pact; alliance; agreement; )
    het bondgenootschap; de liga; het verbond; het verdrag; de federatie; de binding; het akkoord; het pact; de bond; de band; de unie
    • bondgenootschap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • liga [de ~] zelfstandig naamwoord
    • verbond [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verdrag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • federatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • binding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • akkoord [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pact [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • unie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. the union (linking; connection; junction; )
    de verbinding; de koppeling; de aaneensluiting
  8. the union (linking together; junction; liaison; )
    de koppeling; aaneenkoppeling; de verbinding

Vertaal Matrix voor union:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneenkoppeling combination; connection; junction; liaison; linking; linking together; union
aaneensluiting association; combination; connection; junction; liaison; linking; union
affaire affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union affair; business; case; matter
akkoord agreement; alliance; association; bond; league; pact; union acceptance; access; admission; admittance; agreement; allowance; approval; chord; clearance; come to terms; concurrence; consent; granting; make a compromise; permission; settlement
ambachtsgilde association; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union craft guild
associatie association; company; union
avontuurtje affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union
band agreement; alliance; association; bond; league; pact; union adhesive tape; association; band; binding; bond; book; connection; junction; liaison; link; relation; relationship; strip; thickness; volume
binding agreement; alliance; association; bond; league; pact; union band; binding; bond; link; thickness
bond agreement; alliance; association; bond; circle; club; coalition; corporation; craft; craft guild; craft union; fellowship; guild; league; pact; professional organisation; professional organization; society; treaty; union alliance; brotherhood; confederacy; confederation; federation
bondgenootschap agreement; alliance; association; bond; league; pact; union alliance; brotherhood
broederschap alliance; association; coalition; fellowship; pact; society; treaty; union corporation; craft; guild; organisation; organization; professional organisation; professional organization
club association; circle; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union club; golf club
coalitie association; company; union
federatie agreement; alliance; association; bond; league; pact; union confederacy; confederation; federation
genootschap alliance; association; coalition; fellowship; pact; society; treaty; union
gilde association; circle; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union fraternity; guild
koppeling association; combination; connection; junction; liaison; linking; linking together; union OLE/DDE link; association; attaching; coupling; docking; link; linking; making a match; pandering; procuring
liaison affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union affair; amorous adventure; appointment; association; bond; connection; courtship; date; junction; liaison; link; love affair; relation; relationship; romance; romanticism; wooing
liga agreement; alliance; association; bond; league; pact; union confederacy; confederation; federation
orde association; circle; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union by-law; class; decision; defining; determination; discipline; fixing; order; ordinance; position; prescription; recommendation; regularity; regulation; regulations; rules; social class; social group; social position; submission
organisatie association; circle; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union building; bureau; construction; office; organisation; organization
pact agreement; alliance; association; bond; league; pact; union
relatie affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union affair; alliance; amorous adventure; association; bond; connection; contact; courtship; junction; liaison; link; love affair; relation; relationship; relative context; romance; romanticism; wooing
slippertje affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union
societiet association; circle; club; guild; society; union
sociëteit alliance; association; coalition; fellowship; pact; society; treaty; union association; circle; club; fraternity; society; sorority
soos association; circle; club; guild; society; union association; circle; club; fraternity; society; sorority
unie agreement; alliance; association; bond; circle; club; company; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; league; pact; professional organisation; professional organization; society; union confederacy; confederation; federation
vakgenootschap association; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union
verbinding association; combination; connection; junction; liaison; linking; linking together; union Junction; association; bond; connection; contact; joining together; junction; junctions; liaison; line; link; linkage; linking; relation; relationship; telephone connection
verbond agreement; alliance; association; bond; company; league; pact; union alliance; brotherhood
verdrag agreement; alliance; association; bond; league; pact; union
vereniging alliance; association; circle; club; coalition; corporation; craft; craft guild; craft union; fellowship; guild; pact; professional organisation; professional organization; society; treaty; union association
verhouding affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union affair; amorous adventure; courtship; love affair; proportion; relation; relationship; romance; romanticism; wooing
- brotherhood; conglutination; conjugation; coupling; join; jointure; labor union; marriage; mating; matrimony; pairing; sexual union; spousal relationship; sum; trade union; trades union; unification; uniting; wedlock
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
band band
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkoord O.K.; allright; alright; done; it's a deal; you're on
- connection; fastening; junction; splice; tie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkoord agree; correct; fine; good; right

Verwante woorden van "union":


Synoniemen voor "union":


Antoniemen van "union":


Verwante definities voor "union":

  1. of trade unions1
    • the union movement1
    • union negotiations1
    • a union-shop clause in the contract1
  2. the act of making or becoming a single unit1
    • the union of opposing factions1
  3. the act of pairing a male and female for reproductive purposes1
  4. a device on a national flag emblematic of the union of two or more sovereignties (typically in the upper inner corner)1
  5. the occurrence of a uniting of separate parts1
    • lightning produced an unusual union of the metals1
  6. a set containing all and only the members of two or more given sets1
    • let C be the union of the sets A and B1
  7. an organization of employees formed to bargain with the employer1
    • you have to join the union in order to get a job1
  8. a political unit formed from previously independent people or organizations1
  9. healing process involving the growing together of the edges of a wound or the growing together of broken bones1
  10. the state of being a married couple voluntarily joined for life (or until divorce)1
    • God bless this union1
  11. the state of being joined or united or linked1
    • there is strength in union1

Wiktionary: union

union
noun
  1. the act of uniting or the state of being united
  2. in set theory
  3. sexual intercourse
  4. -
union
noun
  1. een operatie die twee of meer verzamelingen samenvoegt
Cross Translation:
FromToVia
• union → bond ↔ Bund — politisch: eine Gruppe von souveränen Staaten, die sich für eine gemeinsame (Teil-)Politik zusammentun
• union → bond ↔ Bund — Recht: juristischer Zusammenschluss
• union → sluiting ↔ Schluss — Elektrotechnik, häufig in Wortzusammenzetzungen, insbesondere das Kurzwort für: Kurzschluss
• union → aansluiting ↔ accouplement — (figuré) assemblage.
• union → bijeenkomst; meeting; vergadering; samenkomst ↔ réunion — action de rapprocher, de réunir des parties qui avaient été diviser, désunir, isolées, ou résultat de cette action.
• union → vakvereniging; vakbond; syndicaat ↔ syndicat — organisation destiner à représenter les intérêts d’un groupe de personnes.
• union → unie; eendracht ↔ union — (mathématiques) Pour une famille d'ensembles donnée, ensemble des éléments appartenant au moins à un ensemble de cette famille.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0675 seconde
Page rendered in 1.0 seconds