Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal undressing

Vertaal undressing van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. undressing:
  2. undress:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor undressing (Engels) in het Nederlands

undressing:

undressing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the undressing
    uitkleden

Vertaal Matrix voor undressing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkleden undressing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkleden disrobe; remove one's clothes; take off; undress

undressing vorm van undress:

to undress werkwoord (undresss, undressed, undressing)

  1. to undress (take off; disrobe; remove one's clothes)
    uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden
    • uittrekken werkwoord (trek uit, trekt uit, trok uit, trokken uit, uitgetrokken)
    • uitdoen werkwoord (doe uit, doet uit, deed uit, deden uit, uitgedaan)
    • uitkleden werkwoord (kleed uit, kleedt uit, kleedde uit, kleedden uit, uitgekleed)
    • ontkleden werkwoord (ontkleed, ontkleedt, ontkleedde, ontkleedden, ontkleed)
  2. to undress (do a striptease; strip)
    strippen
    • strippen werkwoord (strip, stript, stripte, stripten, gestript)
  3. to undress (remove one's clothes)
    van kleding ontdoen; uitkleden

Conjugations for undress:

present
  1. undress
  2. undress
  3. undresss
  4. undress
  5. undress
  6. undress
simple past
  1. undressed
  2. undressed
  3. undressed
  4. undressed
  5. undressed
  6. undressed
present perfect
  1. have undressed
  2. have undressed
  3. has undressed
  4. have undressed
  5. have undressed
  6. have undressed
past continuous
  1. was undressing
  2. were undressing
  3. was undressing
  4. were undressing
  5. were undressing
  6. were undressing
future
  1. shall undress
  2. will undress
  3. will undress
  4. shall undress
  5. will undress
  6. will undress
continuous present
  1. am undressing
  2. are undressing
  3. is undressing
  4. are undressing
  5. are undressing
  6. are undressing
subjunctive
  1. be undressed
  2. be undressed
  3. be undressed
  4. be undressed
  5. be undressed
  6. be undressed
diverse
  1. undress!
  2. let's undress!
  5. undressed
  6. undressing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor undress:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkleden undressing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontkleden disrobe; remove one's clothes; take off; undress
strippen do a striptease; strip; undress
uitdoen disrobe; remove one's clothes; take off; undress disconnect; extinguish; make out; matter; put out; set out; switch off; turn off; turn out
uitkleden disrobe; remove one's clothes; take off; undress
uittrekken disrobe; remove one's clothes; take off; undress get undone; pull out; unpick; untie
van kleding ontdoen remove one's clothes; undress
- discase; disinvest; disrobe; divest; peel; strip; strip down; uncase; unclothe
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- divest of; strip of

Verwante woorden van "undress":


Synoniemen voor "undress":


Antoniemen van "undress":


Verwante definities voor "undress":

  1. partial or complete nakedness1
    • a state of undress1
  2. get undressed1
    • please don't undress in front of everybody!1
  3. remove (someone's or one's own) clothes1
    • The nurse quickly undressed the accident victim1

Wiktionary: undress

undress
verb
  1. (transitive) remove somebody’s clothing
undress
noun
  1. kamerjas, badjas
verb
  1. refl|nld zich ~: zijn kleding afdoen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0549 seconde
Page rendered in 1.0 seconds