Tuition in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

tuition:
- cursus; onderwijs; les; onderrichting; onderricht; instructie; lering; schoolgeld
Wiktionary:
- tuition → toelage, studietoelage, bijscholing, bijles

Engels

Uitgebreide vertaling voor tuition (Engels) in het Nederlands

the tuition (instruction; course; education; lesson; curriculum; teaching)
de cursus; het onderwijs; de les; onderrichting; het onderricht
- cursus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- les [de ~] zelfstandig naamwoord
- onderrichting [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderricht [het ~] zelfstandig naamwoord
the tuition (lesson; instruction)
het onderwijs; de les; de instructie; de lering; onderrichting; het onderricht
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- les [de ~] zelfstandig naamwoord
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderrichting [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderricht [het ~] zelfstandig naamwoord
the tuition (school fees; tuition fee)
het schoolgeld
- schoolgeld [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cursus	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	course; study
instructie	instruction; lesson; tuition	action statement; assignment; briefing; command; instruction; order; statement
lering	instruction; lesson; tuition	blame; dogma; fault; reading; religious doctrine; reprimand; reproach; tenet; version
les	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	class; course; lesson; lesson hour
onderricht	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition
onderrichting	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition
onderwijs	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	education; teaching; upbringing
schoolgeld	school fees; tuition; tuition fee
-	tuition fee; tutelage; tutorship

teaching pupils individually (usually by a tutor hired privately)¹
a fee paid for instruction (especially for higher education)¹
- tuition and room and board were more than $25,000¹

tuition

noun

sum of money paid for instruction
- tuition → toelage; studietoelage
training or instruction provided by a teacher or tutor
- tuition → bijscholing; bijles