Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- treacherous:
-
Wiktionary:
- treacherous → verraderlijk
- treacherous → gevaarlijk, hachelijk, link, bedenkelijk, gewaagd, riskant, waaghalzerig, dubbelhartig, trouweloos, verraderlijk, afvallig, ontrouw
Engels
Uitgebreide vertaling voor treacherous (Engels) in het Nederlands
treacherous:
-
treacherous (traitorous; perfidious; underhand)
verraderlijk; gevaarlijk; vals-
verraderlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gevaarlijk bijvoeglijk naamwoord
-
vals bijvoeglijk naamwoord
-
-
treacherous (traitorous; perfidious)
-
treacherous (perfidious; unfaithful; disloyal; traitorous; faithless)
Vertaal Matrix voor treacherous:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevaarlijk | perfidious; traitorous; treacherous; underhand | alarming; appalling; creepy; dangerous; deceptive; frightening; frightful; ghastly; grisly; gruesome; hazardous; imminent; impending; perilous; risky; scary; spooky; terrifying; threatening; unsafe |
perfide | disloyal; faithless; perfidious; traitorous; treacherous; unfaithful | |
vals | perfidious; traitorous; treacherous; underhand | bad; badly; blackguardly; bogus; evil-minded; faked; false; falsely; feigned; fictitious; low; malicious; mean; not genuine; phoney; roguish; scoundrelly; sham; stingy; vicious; villainous; with evil intention |
verraderlijk | perfidious; traitorous; treacherous; underhand | disloyal; malicious; vicious |
- | perfidious; punic; unreliable | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | insidious; sly |
Verwante woorden van "treacherous":
Synoniemen voor "treacherous":
Verwante definities voor "treacherous":
Wiktionary: treacherous
treacherous
Cross Translation:
adjective
-
exhibiting treachery
- treacherous → verraderlijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• treacherous | → gevaarlijk; hachelijk; link | ↔ dangereux — Qui met en danger (sens général) |
• treacherous | → bedenkelijk; gewaagd; riskant; waaghalzerig; gevaarlijk; hachelijk; link | ↔ périlleux — Qui est dangereux, où il y a du péril. |
• treacherous | → gevaarlijk; hachelijk; link | ↔ redoutable — Qui être à redouter. |
• treacherous | → dubbelhartig; trouweloos; verraderlijk; afvallig; ontrouw | ↔ traître — Qui trahir, qui est capable de trahison. |