Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- trash:
-
Wiktionary:
- trash → vuilnis, vuil, vuilnisbak, prul
- trash → kapotmaken, stukslaan
- trash → tinnef, afval, vuilnis, prullaria, puin, rommel, rommelzooi, vuil
Engels
Uitgebreide vertaling voor trash (Engels) in het Nederlands
trash:
-
to trash
afrossen; in elkaar timmeren; aframmelen; in elkaar rammen; 'n aframmeling geven-
in elkaar timmeren werkwoord (timmer in elkaar, timmert in elkaar, timmerde in elkaar, timmerden in elkaar, in elkaar getimmerd)
-
in elkaar rammen werkwoord (ram in elkaar, ramt in elkaar, ramde in elkaar, ramden in elkaar, in elkaar geramd)
-
'n aframmeling geven werkwoord
Conjugations for trash:
present
- trash
- trash
- trashes
- trash
- trash
- trash
simple past
- trashed
- trashed
- trashed
- trashed
- trashed
- trashed
present perfect
- have trashed
- have trashed
- has trashed
- have trashed
- have trashed
- have trashed
past continuous
- was trashing
- were trashing
- was trashing
- were trashing
- were trashing
- were trashing
future
- shall trash
- will trash
- will trash
- shall trash
- will trash
- will trash
continuous present
- am trashing
- are trashing
- is trashing
- are trashing
- are trashing
- are trashing
subjunctive
- be trashed
- be trashed
- be trashed
- be trashed
- be trashed
- be trashed
diverse
- trash!
- let's trash!
- trashed
- trashing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor trash:
Verwante woorden van "trash":
Synoniemen voor "trash":
Verwante definities voor "trash":
Wiktionary: trash
trash
Cross Translation:
noun
trash
-
things to be discarded
-
container
- trash → vuilnisbak
-
something of poor quality
- trash → prul
-
beat soundly
- trash → kapotmaken; stukslaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trash | → tinnef | ↔ Tinnef — umgangssprachlich, abwertend: nutzloses Zeug |
• trash | → afval; vuilnis; prullaria; puin; rommel; rommelzooi; vuil | ↔ débris — reste d’une chose brisée ou en partie détruire. |
Computer vertaling door derden: