Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
transmit:
-
Wiktionary:
transmit → doorgeven, uitzenden
transmit → doen toekomen, sturen, opsturen, zenden, opzenden, verzenden, adresseren - Gebruikers suggesties voor transmit:
overbrengen, zenden, verzenden, uitzenden, overdragen, doorgeven, overzetten -
Synoniemen voor "transmit":
convey; communicate; transfer
conduct; carry; channel; bring; convey; take
air; send; broadcast; beam; publicize; publicise; bare
transfer; transport; channelize; channelise; move; displace
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor transmit (Engels) in het Nederlands
transmit:
Vertaal Matrix voor transmit:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | air; beam; broadcast; carry; channel; channelise; channelize; communicate; conduct; convey; impart; send; transfer; transport |
Verwante woorden van "transmit":
Synoniemen voor "transmit":
Verwante definities voor "transmit":
Wiktionary: transmit
transmit
Cross Translation:
verb
-
to send or convey from someone, some place or sth to another
- transmit → doorgeven
-
to spread or pass on e.g. a disease or signal
- transmit → doorgeven
-
to impart, convey or hand down sth by inheritance or heredity
- transmit → doorgeven
-
to communicate news or information
- transmit → doorgeven
-
to convey energy or force through a mechanism
- transmit → doorgeven
-
to send out a signal
- transmit → uitzenden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• transmit | → doen toekomen; sturen; opsturen; zenden; opzenden; verzenden; adresseren | ↔ adresser — envoyer directement à une personne, en un lieu. |