Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- trait:
-
Wiktionary:
- trait → karaktereigenschap, kenmerk
- trait → gelaatstrek, trek, karaktertrek
Engels
Uitgebreide vertaling voor trait (Engels) in het Nederlands
trait:
-
the trait (characteristic; feature; attribute; property)
-
the trait (characteristic; feature; streak)
Vertaal Matrix voor trait:
Verwante woorden van "trait":
Synoniemen voor "trait":
Verwante definities voor "trait":
Wiktionary: trait
trait
Cross Translation:
noun
trait
-
an identifying characteristic, habit or trend
- trait → karaktereigenschap
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trait | → gelaatstrek; trek; karaktertrek | ↔ trait — (vieilli) action de tirer une voiture par des animaux. |