Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal tracks

Vertaal tracks van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tracks:
  2. track:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor tracks (Engels) in het Nederlands

tracks:

tracks [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tracks (railway; track; railroad; railroad track)
    de spoorweg; de spoorbaan; de spoor; de baan; de rails
    • spoorweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spoorbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spoor [de ~] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rails [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the tracks (roads; ways; avenues)
    de wegen; de rijwegen
    • wegen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • rijwegen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor tracks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baan railroad; railroad track; railway; track; tracks avenue; carriageway; course; distance; function; installment; instalment; job; journey; path; position; post; reach; road; round; small circle; street; stretch; track; trail; way
rails railroad; railroad track; railway; track; tracks
rijwegen avenues; roads; tracks; ways
spoor railroad; railroad track; railway; track; tracks clue; hint; lead; tip
spoorbaan railroad; railroad track; railway; track; tracks
spoorweg railroad; railroad track; railway; track; tracks
wegen avenues; roads; tracks; ways
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wegen librate; weigh

Verwante woorden van "tracks":


track:

track [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the track (way; trail; path; )
    – any road or path affording passage especially a rough one 1
    het traject; de route; de afstand; de baan; de ronde; het baanvak; de etappe; het pad; de tournee
    • traject [het ~] zelfstandig naamwoord
    • route [de ~] zelfstandig naamwoord
    • afstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ronde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • baanvak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • etappe [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tournee [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    de weg
    – route die je moet volgen om er te komen 2
    • weg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • weet u de weg naar Zaandam?2
  2. the track (switch)
    de wissel; het spoorwegwissel
  3. the track (course)
    de parcours; de baan
    • parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the track (country road; path; lane)
    het pad; de landweg; het paadje; het trekpad; de buitenweg; de dreef
    • pad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • landweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paadje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trekpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • buitenweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dreef [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. the track
    hielspoor
  6. the track (rut)
    het wagenspoor
  7. the track (railway; tracks; railroad; railroad track)
    de spoorweg; de spoorbaan; de spoor; de baan; de rails
    • spoorweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spoorbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spoor [de ~] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rails [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  8. the track (audio track)
    – An individual song or other discrete piece of audio content. 3
    het nummer
    • nummer [het ~] zelfstandig naamwoord

to track werkwoord (tracks, tracked, tracking)

  1. to track (run after; follow; pursue; )
    volgen; achternagaan; nalopen; achternalopen
    • volgen werkwoord (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • achternagaan werkwoord (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)
    • nalopen werkwoord (loop na, loopt na, liep na, liepen na, nagelopen)
    • achternalopen werkwoord (loop achterna, loopt achterna, liep achterna, liepen achterna, achternagelopen)
  2. to track (walk in the same track)
    sporen; in hetzelfde spoor lopen
  3. to track
    – To follow the flow of information; to monitor progress. 3
    bijhouden
    • bijhouden werkwoord (houd bij, houdt bij, hield bij, hielden bij, bijgehouden)

Conjugations for track:

present
  1. track
  2. track
  3. tracks
  4. track
  5. track
  6. track
simple past
  1. tracked
  2. tracked
  3. tracked
  4. tracked
  5. tracked
  6. tracked
present perfect
  1. have tracked
  2. have tracked
  3. has tracked
  4. have tracked
  5. have tracked
  6. have tracked
past continuous
  1. was tracking
  2. were tracking
  3. was tracking
  4. were tracking
  5. were tracking
  6. were tracking
future
  1. shall track
  2. will track
  3. will track
  4. shall track
  5. will track
  6. will track
continuous present
  1. am tracking
  2. are tracking
  3. is tracking
  4. are tracking
  5. are tracking
  6. are tracking
subjunctive
  1. be tracked
  2. be tracked
  3. be tracked
  4. be tracked
  5. be tracked
  6. be tracked
diverse
  1. track!
  2. let's track!
  5. tracked
  6. tracking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor track:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstand avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way bit; distance; end; little way; space; width
baan avenue; course; distance; journey; path; railroad; railroad track; railway; reach; road; round; small circle; stretch; track; tracks; trail; way avenue; carriageway; function; installment; instalment; job; path; position; post; road; street; way
baanvak avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way
bijhouden keeping up with
buitenweg country road; lane; path; track
dreef country road; lane; path; track avenue
etappe avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way stage
hielspoor track
landweg country road; lane; path; track country road
nummer audio track; track number; serial number
paadje country road; lane; path; track lane; path; tow path; towing path
pad avenue; country road; distance; journey; lane; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way lane; path; toad; tow path; towing path
parcours course; track
rails railroad; railroad track; railway; track; tracks
ronde avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way round; tour
route avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way course; direction; route
spoor railroad; railroad track; railway; track; tracks clue; hint; lead; tip
spoorbaan railroad; railroad track; railway; track; tracks
spoorweg railroad; railroad track; railway; track; tracks
spoorwegwissel switch; track
tournee avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way drive; excursion; journey; outing; tour; trip; voyage
traject avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way
trekpad country road; lane; path; track lane; path; tow path; towing path
volgen following; pursuing; tailing
wagenspoor rut; track
weg avenue; distance; journey; path; reach; road; round; small circle; stretch; track; trail; way avenue; path; road; street; way
wissel switch; track bill of exchange; money order; replacement; sub; substitute; switch
- cart track; cartroad; caterpillar track; caterpillar tread; course; cut; data track; lead; path; racecourse; racetrack; raceway; rail; rails; running; runway; trail
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achternagaan chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
achternalopen chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
bijhouden track keep pace with; keep up with; tracking
nalopen chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track
sporen track; walk in the same track go by rail; he doesn't mesh completely; mesh
volgen chase; ensue; follow; go after; pursue; run after; track accompany; chaperon; chase; come along with; conduct; escort; follow; haunt; imitate; persecute; pursue; run after; walk along; watch
- chase; chase after; cover; cross; cut across; cut through; dog; get across; get over; give chase; go after; pass over; tag; tail; trail; traverse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weg gone; missing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weg away; disappeared; from; go; gone; missing; off; out; push off; shoo; vanished
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
in hetzelfde spoor lopen track; walk in the same track
pad path
wissel bill of exchange
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- channel; course; fairway; navigable course; navigable passage; passage

Verwante woorden van "track":


Synoniemen voor "track":


Verwante definities voor "track":

  1. the act of participating in an athletic competition involving running on a track1
  2. a course over which races are run1
  3. any road or path affording passage especially a rough one1
  4. a bar or pair of parallel bars of rolled steel making the railway along which railroad cars or other vehicles can roll1
  5. a pair of parallel rails providing a runway for wheels1
  6. a groove on a phonograph recording1
  7. (computer science) one of the circular magnetic paths on a magnetic disk that serve as a guide for writing and reading data1
  8. an endless metal belt on which tracked vehicles move over the ground1
  9. evidence pointing to a possible solution1
  10. a distinct selection of music from a recording or a compact disc1
    • the title track of the album1
  11. a line or route along which something travels or moves1
    • the track of an animal1
  12. make tracks upon1
  13. travel across or pass over1
  14. go after with the intent to catch1
  15. carry on the feet and deposit1
    • track mud into the house1
  16. observe or plot the moving path of something1
    • track a missile1
  17. An individual song or other discrete piece of audio content.3
  18. To follow the flow of information; to monitor progress.3
  19. In a Smooth Streaming presentation, a contiguous set of chunks encoded at a specific bit rate and stored in a media container format (also called a "wire format"). For Smooth Streams encoded for Silverlight-based clients, the chunks are encoded as MPEG-4 (MP4) fragments and stored in either Smooth Streaming video (.ismv) or Smooth Streaming audio (.isma) containers. A Smooth Streaming presentation typically contains multiple tracks encoded at different bit rates.3

Wiktionary: track

track
noun
  1. mark left by something that has passed along
  2. mark or impression left by the foot
track
noun
  1. sportterrein
  2. twee met elkaar verbonden ijzeren staven waarover een trein rijdt
  3. spoor of reeks van sporen dat een voet nalaat
verb
  1. achter iemand aangaan
Cross Translation:
FromToVia
• track → spoor ↔ Spur — im engeren Sinne: Markierung auf dem Boden
• track → spoor; zweem ↔ Spur — hinweisgebende Hinterlassenschaft
• track → weg ↔ Weg — einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren
• track → afdruk; spoor; voetspoor ↔ empreinte — Figure empreinte, impression, marque.
• track → afdruk; spoor; voetspoor; drukwerk; belichting; effect; impressie; indruk ↔ impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.
• track → eenbaansweg; heerbaan; rijweg; straatweg; hoofdweg; baan; route; weg; spoor ↔ route — Traductions à trier suivant le sens.
• track → voetpad ↔ sentier — Chemin étroit au travers des champs, des bois, etc.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0867 seconde
Page rendered in 1.0 seconds