Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- toughen:
- tough:
-
Wiktionary:
- toughen → harden, stalen, temperen
- tough → taai, hard, sterk, robuust
- tough → stoer, taai
- tough → degelijk, taai, moeilijk, lastig, slim, zwaar, hard, onzacht, stug, moeitevol, moeizaam, zuur, arbeidzaam, ijverig, nijver, vlijtig, werkzaam, naarstig, machtig, fiks, geducht, krachtig, sterk, straf, bedroevend, droevig, triest, droef, smartelijk, treurig, deerlijk, pijnlijk, zeer, ferm, fors, hecht, potig, robuust, stevig, stoer, struis, weerstandsvermogen, bar, duchtig, streng
Engels
Uitgebreide vertaling voor toughen (Engels) in het Nederlands
toughen:
-
to toughen (harden; steel; iron; become hard)
Conjugations for toughen:
present
- toughen
- toughen
- toughens
- toughen
- toughen
- toughen
simple past
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
present perfect
- have toughened
- have toughened
- has toughened
- have toughened
- have toughened
- have toughened
past continuous
- was toughening
- were toughening
- was toughening
- were toughening
- were toughening
- were toughening
future
- shall toughen
- will toughen
- will toughen
- shall toughen
- will toughen
- will toughen
continuous present
- am toughening
- are toughening
- is toughening
- are toughening
- are toughening
- are toughening
subjunctive
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
diverse
- toughen!
- let's toughen!
- toughened
- toughening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor toughen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
harden | making resistant; making withstand | |
stalen | harden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
harden | become hard; harden; iron; steel; toughen | bear; endure; lead up; persist; practice; practise; stand; tolerate; train; tutor |
stalen | become hard; harden; iron; steel; toughen | |
uitharden | become hard; harden; iron; steel; toughen |
Verwante woorden van "toughen":
Synoniemen voor "toughen":
Verwante definities voor "toughen":
toughen vorm van tough:
-
tough (difficult; awkward; burdensome; hard; heavy; massive; stiff)
moeilijk; zwaar; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk-
moeilijk bijvoeglijk naamwoord
-
zwaar bijvoeglijk naamwoord
-
ongemakkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
lastig bijvoeglijk naamwoord
-
niet makkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough (forceful)
-
tough (vigorous; drastic; strong; stout; powerful; robust; forceful; energetically; energetic; potent)
krachtdadig; doortastend; drastisch; sterk; ferm; krachtig-
krachtdadig bijvoeglijk naamwoord
-
doortastend bijvoeglijk naamwoord
-
drastisch bijvoeglijk naamwoord
-
sterk bijvoeglijk naamwoord
-
ferm bijvoeglijk naamwoord
-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough (tricky; aggravating; incriminating)
lastig; bezwaarlijk; met bezwaren-
lastig bijvoeglijk naamwoord
-
bezwaarlijk bijvoeglijk naamwoord
-
met bezwaren bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough (rigid; stiff)
-
tough (refractory; tenacious; obstinate; cross-grained; persevering; stubborn; recalcitrant; heady; pig-headed; tacky; viscous; persistent; rebellious; tedious; boring; grumpy; sullen; unrelenting; unyielding; mindless; stupefied; dull; stern; surly; leathery; headstrong)
weerbarstig; koppig; stijfhoofdig; weerspannig; bokkig; dwars-
weerbarstig bijvoeglijk naamwoord
-
koppig bijvoeglijk naamwoord
-
stijfhoofdig bijvoeglijk naamwoord
-
weerspannig bijvoeglijk naamwoord
-
bokkig bijvoeglijk naamwoord
-
dwars bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough (sinewy; stringy)
-
the tough (brute; thug; ruffian; madman)
de woesteling
Vertaal Matrix voor tough:
Verwante woorden van "tough":
Synoniemen voor "tough":
Antoniemen van "tough":
Verwante definities voor "tough":
Wiktionary: tough
tough
tough
Cross Translation:
adjective
Cross Translation: