Engels

Uitgebreide vertaling voor total (Engels) in het Nederlands

total:

total bijvoeglijk naamwoord

  1. total (completely; complete; fully; )
    totaal; helemaal; compleet; volledig

total werkwoord

  1. total (to make complete; replenish; add; fill up; count up)
    toevoegen; aanvullen; completeren; voltallig maken
    • toevoegen werkwoord (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • aanvullen werkwoord (vul aan, vult aan, vulde aan, vulden aan, aangevuld)
    • completeren werkwoord (completeer, completeert, completeerde, completeerden, gecompleteerd)
    • voltallig maken werkwoord
  2. total (add; count up; tally up)
    optellen; bijtellen; erbij tellen; bijrekenen
    • optellen werkwoord (tel op, telt op, telde op, telden op, opgeteld)
    • bijtellen werkwoord (tel bij, telt bij, telde bij, telden bij, bijgeteld)
    • erbij tellen werkwoord (tel erbij, telt erbij, telde erbij, telden erbij, erbij geteld)
    • bijrekenen werkwoord (reken bij, rekent bij, rekende bij, rekenden bij, bijgerekend)

Vertaal Matrix voor total:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvullen filling up; stuffing
toevoegen adding up; joining up
totaal completeness; fullness
- aggregate; amount; sum; totality
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvullen add; count up; fill up; replenish; to make complete; total
bijrekenen add; count up; tally up; total
bijtellen add; count up; tally up; total
completeren add; count up; fill up; replenish; to make complete; total accomplish; better; bring to an end; complete; end; finish; finnish; get done; get ready; improve; make better; perfect; round off; wind up
erbij tellen add; count up; tally up; total add up; count in; include
optellen add; count up; tally up; total foot
toevoegen add; count up; fill up; replenish; to make complete; total add; add to; add up; append; attach; besiege; besieged; besieges; count in; cover; encapsulate; enclose; evnvelope; include; join; surround; wrap up
voltallig maken add; count up; fill up; replenish; to make complete; total
- add up; amount; come; number
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compleet complete; completely; fully; integral; total; utter; utterly complete; entire
totaal complete; completely; fully; integral; total; utter; utterly consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough
volledig complete; completely; fully; integral; total; utter; utterly complete; entire; full time; integral; integrant
- entire; full
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helemaal complete; completely; fully; integral; total; utter; utterly absolutely; awfully; completely; consummate; deep; fully; in depth; outright; penetrating; perfect; profound; terribly; thorough; totally; utter; utterly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- entire

Verwante woorden van "total":


Synoniemen voor "total":


Verwante definities voor "total":

  1. constituting the full quantity or extent; complete1
    • a total failure1
  2. complete in extent or degree and in every particular1
    • a total eclipse1
    • a total disaster1
  3. the whole amount1
  4. a quantity obtained by the addition of a group of numbers1
  5. damage beyond the point of repair1
    • My son totaled our new car1
    • the rock star totals his guitar at every concert1
  6. add up in number or quantity1

Wiktionary: total

total
noun
  1. amount
  2. sum
adjective
  1. entire
  2. complete
verb
  1. to add up
  2. to equal after calculation
  3. to demolish
  4. (intransitive) to amount to
total
noun
  1. alle onderdelen tezamen

Verwante vertalingen van total