Engels
Uitgebreide vertaling voor tormenting (Engels) in het Nederlands
tormenting:
-
the tormenting
-
tormenting (exasperating; tantalizing; annoying; nagging; provoking; tantalising)
Vertaal Matrix voor tormenting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
treiteren | tormenting | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
treiteren | antagonise; antagonize; bully; harass; nag; pester; provoke; tease | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tergend | annoying; exasperating; nagging; provoking; tantalising; tantalizing; tormenting | |
treiterig | annoying; exasperating; nagging; provoking; tantalising; tantalizing; tormenting | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | racking; torturing |
Verwante woorden van "tormenting":
torment:
Conjugations for torment:
present
- torment
- torment
- torments
- torment
- torment
- torment
simple past
- tormented
- tormented
- tormented
- tormented
- tormented
- tormented
present perfect
- have tormented
- have tormented
- has tormented
- have tormented
- have tormented
- have tormented
past continuous
- was tormenting
- were tormenting
- was tormenting
- were tormenting
- were tormenting
- were tormenting
future
- shall torment
- will torment
- will torment
- shall torment
- will torment
- will torment
continuous present
- am tormenting
- are tormenting
- is tormenting
- are tormenting
- are tormenting
- are tormenting
subjunctive
- be tormented
- be tormented
- be tormented
- be tormented
- be tormented
- be tormented
diverse
- torment!
- let's torment!
- tormented
- tormenting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor torment:
Verwante woorden van "torment":
Synoniemen voor "torment":
Verwante definities voor "torment":
Wiktionary: torment
torment
torment
Cross Translation:
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• torment | → kwaal | ↔ Qual — Schmerz, Leid, etwas physisch oder psychisch belastendes |
• torment | → koeioneren; kwellen; martelen; mishandelen; treiteren | ↔ tourmenter — Faire souffrir quelque tourment de corps. |