Topic in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

topic:
- onderwerp; thema; subject; thema van een boek; hoofdlijn in plan of verhaal; hoofdlijn; grondlijn; basislijn
Wiktionary:
- topic → onderwerp, topic
- topic → onderwerp, thema, actualiteiten, iets actueels

Engels

Uitgebreide vertaling voor topic (Engels) in het Nederlands

the topic (principal theme)
het onderwerp; het thema
- onderwerp [het ~] zelfstandig naamwoord
- thema [het ~] zelfstandig naamwoord
the topic (theme; subject; subject matter; principal theme; item)
het subject; het thema; thema van een boek; het onderwerp
- subject [het ~] zelfstandig naamwoord
- thema [het ~] zelfstandig naamwoord
- thema van een boek [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderwerp [het ~] zelfstandig naamwoord
the topic (outline; basic shape; structure)
hoofdlijn in plan of verhaal; de hoofdlijn; de grondlijn; basislijn
- hoofdlijn in plan of verhaal [znw.] zelfstandig naamwoord
- hoofdlijn [de ~] zelfstandig naamwoord
- grondlijn [de ~] zelfstandig naamwoord
- basislijn [znw.] zelfstandig naamwoord
the topic

– The subject of a dynamic data exchange (DDE) conversation between two applications. ¹
het onderwerp
- onderwerp [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
basislijn	basic shape; outline; structure; topic	baseline; basic assumption; basic principle; basis; motivation; point of departure; principle; starting point
grondlijn	basic shape; outline; structure; topic	basic assumption; basic principle; basis; motivation; point of departure; principle; starting point
hoofdlijn	basic shape; outline; structure; topic	basic idea; mainline
hoofdlijn in plan of verhaal	basic shape; outline; structure; topic
onderwerp	item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic	subject
subject	item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic
thema	item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic	attitude; position; stand
thema van een boek	item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic
-	issue; matter; subject; theme
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
thema		desktop theme; scene; theme

some situation or event that is thought about²
- he kept drifting off the topic²
the subject matter of a conversation or discussion²
- it was a very sensitive topic²
The subject of a dynamic data exchange (DDE) conversation between two applications.¹

topic

noun

topic

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• topic	→ onderwerp	↔ Thema — gedanklicher Mittelpunkt
• topic	→ onderwerp; thema	↔ Thema — Literatur: Gegenstand oder Grundgedanke zum Beispiel einer schriftlichen Arbeit oder eines literarischen Werkes
• topic	→ actualiteiten; iets actueels	↔ actualité — état de ce qui est actuel.