Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tied up:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tied up (Engels) in het Nederlands

tied up:

tied up bijvoeglijk naamwoord

  1. tied up (busily engaged; busy; occupied; engaged)
    bezet; druk; drukbezet
  2. tied up (cuffed)
    vastgebonden; geboeid
  3. tied up
    opgebonden

Vertaal Matrix voor tied up:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
druk charges; circulation; compulsion; impression; pressure; print
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezet busily engaged; busy; engaged; occupied; tied up busy
druk busily engaged; busy; engaged; occupied; tied up active; actively; animated; busily; busy; hard-working; humming; industrious; industriously; operative; up; vibrant; working
drukbezet busily engaged; busy; engaged; occupied; tied up
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geboeid cuffed; tied up chained; cuffed; fascinated; intrigued
opgebonden tied up
vastgebonden cuffed; tied up

Synoniemen voor "tied up":


Verwante definities voor "tied up":

  1. kept occupied or engaged1
    • she's tied up at the moment and can't see you1
    • the phone was tied up for almost an hour1

Verwante vertalingen van tied up