Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor thorn (Engels) in het Nederlands
thorn:
-
the thorn (sting)
Vertaal Matrix voor thorn:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
doorn | sting; thorn | |
stekel | sting; thorn | |
- | irritant; pricker; prickle; spikelet; spine; sticker | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | prickle; spike; spine |
Verwante woorden van "thorn":
Synoniemen voor "thorn":
Verwante definities voor "thorn":
Wiktionary: thorn
thorn
Cross Translation:
noun
thorn
-
sharp protective spine of a plant
- thorn → doorn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• thorn | → acacia | ↔ Akazie — Gattung dorniger Baum und Strauch der Tropen und Subtropen (Acacia) |
• thorn | → doorn | ↔ épine — (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant. |