Thinly in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

thin:
- mager; dun; geen vet op de botten hebbende; schraal; iel; schriel; slank; tenger; fijngebouwd; fijn; rank; pover; karig; berooid
- decimeren; dunnen; minder talrijk maken
Wiktionary:
- thin → dun, mager
- thin → dun, mager, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend, fijn, spitsvondig, subtiel, ad rem, geestig, gevat, snedig, gekuist, karig, schaars, schraal, schriel, zeldzaam, kostbaar, ongemeen

Engels

Uitgebreide vertaling voor thinly (Engels) in het Nederlands

thinly:

Vertaal Matrix voor thinly:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	lightly; thin

Synoniemen voor "thinly":

thin
lightly

Antoniemen van "thinly":

thickly

Verwante definities voor "thinly":

in a widely distributed manner¹
- thinly overgrown mountainside¹
in a small quantity or extent¹
- spread the margarine thinly over the meat¹
without viscosity¹
without force or sincere effort¹
- smiled thinly¹

thinly vorm van thin:

thin bijvoeglijk naamwoord

thin (skinny; meagre; puny; meager)
mager; dun; geen vet op de botten hebbende; schraal; iel; schriel
- mager bijvoeglijk naamwoord
- dun bijvoeglijk naamwoord
- geen vet op de botten hebbende bijvoeglijk naamwoord
- schraal bijvoeglijk naamwoord
- iel bijvoeglijk naamwoord
- schriel bijvoeglijk naamwoord
thin (slender; delicate; small-boned; petite)

– of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section ¹
slank; dun; tenger; fijngebouwd; fijn; rank
- slank bijvoeglijk naamwoord
- dun bijvoeglijk naamwoord
- tenger bijvoeglijk naamwoord
- fijngebouwd bijvoeglijk naamwoord
- fijn bijvoeglijk naamwoord
- rank bijvoeglijk naamwoord
thin (poor; lean; shabby; flimsy; miserable)
mager; pover; schraal; karig; berooid
- mager bijvoeglijk naamwoord
- pover bijvoeglijk naamwoord
- schraal bijvoeglijk naamwoord
- karig bijvoeglijk naamwoord
- berooid bijvoeglijk naamwoord

to thin werkwoord (thins, thinned, thinning)

to thin (make less numerous; decimate; thin out)
decimeren; dunnen; minder talrijk maken
- decimeren werkwoord (decimeer, decimeert, decimeerde, decimeerden, gedecimeerd)
- dunnen werkwoord (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)
- minder talrijk maken werkwoord

Conjugations for thin:

present

thin
thin
thins
thin
thin
thin

simple past

thinned
thinned
thinned
thinned
thinned
thinned

present perfect

have thinned
have thinned
has thinned
have thinned
have thinned
have thinned

past continuous

was thinning
were thinning
was thinning
were thinning
were thinning
were thinning

future

shall thin
will thin
will thin
shall thin
will thin
will thin

continuous present

am thinning
are thinning
is thinning
are thinning
are thinning
are thinning

subjunctive

be thinned
be thinned
be thinned
be thinned
be thinned
be thinned

diverse

thin!
let's thin!
thinned
thinning

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor thin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rank		offshoot; tendril; tendrils; vine
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
decimeren	decimate; make less numerous; thin; thin out
dunnen	decimate; make less numerous; thin; thin out
minder talrijk maken	decimate; make less numerous; thin; thin out
-	cut; dilute; lose weight; melt off; reduce; slenderise; slenderize; slim; slim down; thin out
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berooid	flimsy; lean; miserable; poor; shabby; thin	destitute; down and out; impoverished; indigent; needy; penniless; pennyless; poor
dun	delicate; meager; meagre; petite; puny; skinny; slender; small-boned; thin	rare; rarefied; teneous
fijn	delicate; petite; slender; small-boned; thin	agreeable; delicate; easy going; enjoyable; fine; fragile; frail; good; lovely; nice; pleasant; slim; subtle; tender
iel	meager; meagre; puny; skinny; thin	delicate; fragile; frail; tender
karig	flimsy; lean; miserable; poor; shabby; thin	poor; scanty
mager	flimsy; lean; meager; meagre; miserable; poor; puny; shabby; skinny; thin	lank; lanky; low-fat; poor; skinny; slender; slender of figure; slim; weedy
pover	flimsy; lean; miserable; poor; shabby; thin	come off badly; indigent; lousy; miserable; needy; paltry; pennyless; poor; poverty stricken; ragged; shabby; shady; unsightly; worst
rank	delicate; petite; slender; small-boned; thin	rickety; slender; slender of figure; staggering; toddling; tottering; unsettled; unstable; waddling
schraal	flimsy; lean; meager; meagre; miserable; poor; puny; shabby; skinny; thin	austere; barren; modest; parched; poor; simple; sober; unfruitful; unpretentious
schriel	meager; meagre; puny; skinny; thin	parched
slank	delicate; petite; slender; small-boned; thin	slender; slight; slim; svelte
tenger	delicate; petite; slender; small-boned; thin	delicate; fragile; frail; lightly built; skinny; slender; slight; slim; tender
-	flimsy; fragile; lean; slender; slight; sparse; tenuous
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	thinly
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	get thinner; make..thinner; stringy
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fijngebouwd	delicate; petite; slender; small-boned; thin
geen vet op de botten hebbende	meager; meagre; puny; skinny; thin

Verwante woorden van "thin":

thinness, thinnest, thinly

Synoniemen voor "thin":

bladed; capillary; hairlike; compressed; flat; depressed; diaphanous; filmy; gauzy; gauze-like; gossamer; see-through; sheer; transparent; vaporous; vapourous; cobwebby; filamentous; filiform; filamentlike; threadlike; thready; fine; flimsy; light; hyperfine; paper thin; papery; ribbonlike; ribbony; sleazy; slender; tenuous; wafer-thin; narrow; lean
lean; anorexic; anorectic; bony; cadaverous; emaciated; gaunt; haggard; pinched; skeletal; wasted; deep-eyed; hollow-eyed; sunken-eyed; gangling; gangly; lanky; lank; spindly; rawboned; reedy; reedlike; twiggy; twiglike; scarecrowish; scraggy; boney; scrawny; skinny; underweight; weedy; shriveled; shrivelled; shrunken; withered; wizen; wizened; slight; slim; svelte; slender-waisted; slim-waisted; wasp-waisted; spare; trim; spindle-legged; spindle-shanked; stringy; wiry; wisplike; wispy; ectomorphic
slender; narrow
flimsy; slight; tenuous; weak
sparse; distributed
rare; rarefied; rarified
pale
spiritless
change state; turn
reduce; cut down; cut back; trim; trim down; trim back; cut; bring down
dilute; thin out; reduce; cut; weaken
melt off; lose weight; slim; slenderize; slim down
thinly

Antoniemen van "thin":

thick; fat; full; thicken; gain; thickly

Verwante definities voor "thin":

not dense¹
- a thin beard¹
lacking excess flesh¹
- you can't be too rich or too thin¹
(of sound) lacking resonance or volume¹
- a thin feeble cry¹
lacking substance or significance¹
- a thin plot¹
lacking spirit or sincere effort¹
- a thin smile¹
of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section¹
- thin wire¹
- a thin chiffon blouse¹
- a thin book¹
- a thin layer of paint¹
relatively thin in consistency or low in density; not viscous¹
- air is thin at high altitudes¹
- a thin soup¹
- skimmed milk is much thinner than whole milk¹
- thin oil¹
very narrow¹
- a thin line across the page¹
without viscosity¹
- the blood was flowing thin¹
take off weight¹
lessen the strength or flavor of a solution or mixture¹
make thin or thinner¹
lose thickness; become thin or thinner¹

Wiktionary: thin

thin

adjective

-
- thin → dun

thin

adjective

van geringe dikte
- dun → thin
zeer dun met weinig vet
- mager → thin; slim; meager; lean

Cross Translation:

From	To	Via
• thin	→ dun; mager	↔ dünn — wenig ausmachend, von geringem Ausmaß
• thin	→ dun	↔ dünn — von geringer Dicke
• thin	→ bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist	↔ fin — délié, menu, mince ou étroit.
• thin	→ karig; schaars; schraal; schriel	↔ insuffisant — Qui ne suffire pas.
• thin	→ karig; schaars; schraal; schriel; zeldzaam; kostbaar; ongemeen	↔ rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.

Verwante vertalingen van thinly

thinly populated

Remove Ads

Vertaal thinly van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor thinly (Engels) in het Nederlands

thinly:

Vertaal Matrix voor thinly:

Synoniemen voor "thinly":

Antoniemen van "thinly":

Verwante definities voor "thinly":

thinly vorm van thin:

thin bijvoeglijk naamwoord

thin (skinny; meagre; puny; meager)

thin (slender; delicate; small-boned; petite)

thin (poor; lean; shabby; flimsy; miserable)

to thin werkwoord (thins, thinned, thinning)

to thin (make less numerous; decimate; thin out)

Conjugations for thin:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor thin:

Verwante woorden van "thin":

Synoniemen voor "thin":

Antoniemen van "thin":

Verwante definities voor "thin":

Wiktionary: thin

Verwante vertalingen van thinly