Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
tether:
-
Wiktionary:
tether → vastmaken, binden
tether → aanknopen, aanbinden, meren, onderbinden, tuigeren, vastbinden, vastleggen -
Synoniemen voor "tether":
leash; lead; restraint; constraint
attach
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor tether (Engels) in het Nederlands
tether:
Vertaal Matrix voor tether:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | lead; leash |
Synoniemen voor "tether":
Verwante definities voor "tether":
Wiktionary: tether
tether
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tether | → aanknopen; aanbinden; meren; onderbinden; tuigeren; vastbinden; vastleggen | ↔ lier — serrer avec une corde ou avec toute autre chose flexible. |