Tendency in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

tendency:
- betekenis; bedoeling; beduidenis; beduiding; inclinatie; neiging; hang; gezindheid; geneigdheid; tendens; strekking; teneur; geest; tendentie
Wiktionary:
- tendency → neiging, lust, stroming, tendens, tendentie
- tendency → neiging, richting, stemming, strekking, stroming, tendentie, tendens, trend

Engels

Uitgebreide vertaling voor tendency (Engels) in het Nederlands

the tendency (meaning; intent; purport; sense; tenor; stature)
de betekenis; de bedoeling; beduidenis; beduiding
- betekenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bedoeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beduidenis [znw.] zelfstandig naamwoord
- beduiding [znw.] zelfstandig naamwoord
the tendency (inclination; trend; tenor)
de inclinatie; de neiging; de hang; de gezindheid; de geneigdheid
- inclinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geneigdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the tendency (purport; inclination; tenor; trend; signification; meaning; sense)
de tendens; de strekking
- tendens [de ~] zelfstandig naamwoord
- strekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the tendency (drift)
de teneur; de geest; de strekking
- teneur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- strekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the tendency (trend; tenor)
de tendentie
- tendentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedoeling	intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor
beduidenis	intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor
beduiding	intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor
betekenis	intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor	composition; intention; meaning; merit; purpose; significance; substance; value; worth
geest	drift; tendency	apparition; brainpower; genius; ghost; ghostly apparition; intellect; intelligence; mental capacity; phantom; sense; specter; spectre; spook; thought
geneigdheid	inclination; tendency; tenor; trend	tendency toward; trend
gezindheid	inclination; tendency; tenor; trend	belief; conviction; creed; disposition; divine worship; faith; idea; inclination; notion; opinion; religion; religious conviction; view
hang	inclination; tendency; tenor; trend
inclinatie	inclination; tendency; tenor; trend	inclination
neiging	inclination; tendency; tenor; trend	craving; instigation; tendency toward; trend; urging
strekking	drift; inclination; meaning; purport; sense; signification; tendency; tenor; trend
tendens	inclination; meaning; purport; sense; signification; tendency; tenor; trend	tendency toward; trend
tendentie	tendency; tenor; trend
teneur	drift; tendency
-	disposition; inclination; leaning; propensity; trend
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	style; taste

a characteristic likelihood of or natural disposition toward a certain condition or character or effect¹
- fabric with a tendency to shrink¹
an attitude of mind especially one that favors one alternative over others¹
- a tendency to be too strict¹
an inclination to do something¹
a general direction in which something tends to move¹
- the shoreward tendency of the current¹

tendency

noun

tendency

noun

behoefte of verlangen iets te doen
- lust → disposal; inclination; passion; tendency; want; wish
bepaalde beweging die zekere denkbeelden gemeen heeft
- stroming → tendency; trend
beweging in bepaalde richting, neiging
- tendens → tendency
strekking
- tendentie → tendency

Cross Translation:

From	To	Via
• tendency	→ neiging	↔ propension — tendance naturelle vers un état, une action ; penchant, inclination.
• tendency	→ richting; stemming; strekking; stroming; tendentie; tendens; trend	↔ tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.