Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- take apart:
-
Wiktionary:
- take apart → uit elkaar nemen, dissociëren, uiteen doen vallen, kruimelen, ontleden, slibben, verkruimelen
Engels
Uitgebreide vertaling voor take apart (Engels) in het Nederlands
take apart:
-
to take apart (dissect; dismantle; pull down)
ontleden; uit elkaar nemen; anatomiseren-
uit elkaar nemen werkwoord (neem uit elkaar, neemt uit elkaar, nam uit elkaar, namen uit elkaar, uit elkaar genomen)
-
anatomiseren werkwoord
Conjugations for take apart:
present
- take apart
- take apart
- takes apart
- take apart
- take apart
- take apart
simple past
- took apart
- took apart
- took apart
- took apart
- took apart
- took apart
present perfect
- have taken apart
- have taken apart
- has taken apart
- have taken apart
- have taken apart
- have taken apart
past continuous
- was taking apart
- were taking apart
- was taking apart
- were taking apart
- were taking apart
- were taking apart
future
- shall take apart
- will take apart
- will take apart
- shall take apart
- will take apart
- will take apart
continuous present
- am taking apart
- are taking apart
- is taking apart
- are taking apart
- are taking apart
- are taking apart
subjunctive
- be taken apart
- be taken apart
- be taken apart
- be taken apart
- be taken apart
- be taken apart
diverse
- take apart!
- let's take apart!
- taken apart
- taking apart
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor take apart:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ontleden | analysing; analysis; dissection | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| anatomiseren | dismantle; dissect; pull down; take apart | |
| ontleden | dismantle; dissect; pull down; take apart | analyse; analyze; anatomise; anatomize; dissect |
| uit elkaar nemen | dismantle; dissect; pull down; take apart | clear away; clear up; dismantle; remove; strip down; take apart a machine; unharness; unrig |
| - | analyse; analyze; break apart; break down; break up; disassemble; discerp; dismantle; dismember; dissect |
Synoniemen voor "take apart":
Antoniemen van "take apart":
Verwante definities voor "take apart":
Wiktionary: take apart
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • take apart | → uit elkaar nemen; dissociëren; uiteen doen vallen; kruimelen; ontleden; slibben; verkruimelen | ↔ dissocier — séparer des éléments qui étaient associés. |
Computer vertaling door derden: